Wie krijgt wat? Bouwen aan een robuust stelsel

Zijn er alternatieve vormen van onderzoeksfinanciering denkbaar die beter passen bij actuele ontwikkelingen in wetenschap en maatschappij? En hoe verhouden die zich dan tot het bestaande systeem, waarover ook veel discussie is en waarin de ontwikkelingen bepaald niet stilstaan? Daarover gaat deze editie van Onderzoek.

Oplossingen bieden voor complexe en urgente kwesties, zoals klimaatverandering, vergrijzing of het verlies aan biodiversiteit, wordt steeds vaker verwacht van de wetenschap. Lees het redactioneel 

Rubriek: van de redactie
 

Toekomstbestendig

Oplossingen bieden voor complexe en urgente kwesties, zoals klimaatverandering, vergrijzing of het verlies aan biodiversiteit, wordt steeds vaker verwacht van de wetenschap. En daar hoort ook een andere manier van wetenschap bedrijven bij, stelt hoogleraar Heleen de Coninck in dit nummer. ‘Het vraagt om een totale omslag in ons denken en handelen.’ De traditionele manier van onderzoeksgeld verdelen, sluit daar volgens haar niet goed bij aan.

Zijn er alternatieve vormen van onderzoeksfinanciering denkbaar die beter passen bij actuele ontwikkelingen in wetenschap en maatschappij? En hoe verhouden die zich dan tot het bestaande systeem, waarover ook veel discussie is en waarin de ontwikkelingen bepaald niet stilstaan? Daarover gaat deze editie van Onderzoek. Hoe moet de ‘menukaart’ van instrumenten eruitzien om tegemoet te komen aan alle wensen en noden uit de wetenschap en samenleving? Hoe is de selectie van ingediende voorstellen zo effectief en efficiënt mogelijk? Oftewel: hoe komen we tot een toekomstbestendig financieringsstelsel?

Wat zeker helpt zijn de extra investeringen in de wetenschap die minister Robbert Dijkgraaf vorig jaar aankondigde. Ze gaan onder andere naar starters- en stimuleringsbeurzen om de werkdruk op universiteiten te verlagen, en naar een matchingsfonds dat de kennisinstellingen meer lucht moet geven. Of die geldinjectie voor de gewenste verbeteringen gaat zorgen, hangt af van keuzes die nog niet allemaal zijn gemaakt. AWTI-voorzitter Eppo Bruins adviseert alvast dat ‘meer geld moet leiden tot meer ademruimte voor wetenschappers en niet tot het aanstellen van nog meer wetenschappers’. En hoogleraar Arnoud Lagendijk erkent dat het ideale stelsel niet zomaar is gevonden: ‘Er is geen blauwdruk voor financiering en daar zijn ook geen gemakkelijke regels voor.’

Cover Onderzoek magazine12