Omarm de nuance

‘Je moet een uitnodiging voor een gepolariseerd debat aannemen, maar je niet aan die stijl conformeren’, zegt toekomstonderzoeker Rudy van Belkom. ‘Omarm nuance als kracht en breek het debat open met kritische vragen.’

Tekst Malou van Hintum, Beeld: Jessica Nap

Beeld van twee armen die met de handen in elkaar geslagen zijn

Er zijn wetenschappers die zich nooit zorgen hoeven te maken over de vraag of hun visie wel tot haar recht zal komen. Toen de huidige minister van Onderwijs, Cultuur en Weten­schap Robbert Dijkgraaf nog hoogleraar was, heeft hij zich misschien hooguit ongemakkelijk gevoeld door de manier waarop hij op televisie werd aanbeden door zijn gastheer Matthijs van Nieuwkerk – een privilege dat hij deelde met collega Erik Scherder. Maar vaak gaat het niet zo en wordt van wetenschappers verwacht dat ze stelling nemen in een gepolariseerd debat waar de nuance in hun visie geen plek heeft. Ben je voor of tegen, ja of nee, eens of oneens? Mondkapjes, windmolens, vaccinaties, kerncentrales: willen we dat wel of niet?

Extremen scoren beter

‘Als gevolg van die roeptoeterende flanken en een discussiestijl gebaseerd op het onderuithalen van de legitimiteit van de tegenstander, ontstaat een sfeer waar­in vijandbeelden worden gecreëerd’, schrijft hoogleraar Sjoerd Beugelsdijk (Rijksuniversiteit Groningen) in zijn recent verschenen boek De verdeelde Nederlanden. Hoe een perfecte storm een land dreigt te splijten (en wat we daaraan kunnen doen). En wie schiet daar eigenlijk iets mee op?

Wetenschap is altijd onzeker, maar dat principe kun je ook misbruiken door twijfel te zaaien

Henk de Regt

Rudy van Belkom is als toekomstonderzoeker verbonden aan STT (Stichting Toekomstbeeld der Techniek) en auteur van het boek Alive and clicking. Er is hoop voor de democratie, dat eind april uitkomt. Hij kenmerkt een debat waarin twee tegengestelde opties worden gepresenteerd, als division by design: wij– en dus ook wetenschappers – worden gedwongen uit twee extre­men te kiezen. Maar waarom eigenlijk? ‘Extremen scoren beter. Dat heeft vaak te maken met belangen, geld en aandacht. Facebook heeft dat heel goed begrepen: mensen die boos zijn, klikken vaker op allerlei links en blijven dus langer op Facebook, blijkt uit onderzoek van Facebook zelf. En dus willen ze dat stimuleren.’

Meer variatie, minder verdeeldheid

Division by design dwingt mensen om positie te kiezen, terwijl de realiteit vaak niet eenzijdig is. Juist weten­schappers kunnen dat blootleggen, door nuance niet als zwakheid te zien maar als kracht te omarmen. ‘Ik zou de uitnodiging voor een gepolariseerd debat altijd aanne­men, maar me er niet aan conformeren’, zegt Van Belkom. ‘Als je dat wel doet, verlies je je meerwaarde als weten­schapper, want dan houd je het probleem in stand. Zorg er in plaats daarvan voor dat je het gesprek beïnvloedt met de kennis die je van het onderwerp hebt. Met kritische vragen kun je blinde vlekken bij de ander opsporen, een debat openbreken en verder komen dan “eens” of “oneens”. Er zijn altijd meer opties dan twee extremen.’ Hij maakt daarom kieswijzers met vijf antwoordopties in plaats van twee. Politieke partijen vinden dat niet handig, maar: ‘Het levert meer op om mensen niet te dwingen voor de ene of de andere extreme positie te kiezen. Meer variatie leidt tot minder verdeeldheid.’ En daarmee tot betere besluitvor­ming, niet onbelangrijk.

Geharnaste tegenstanders

Van Belkom geeft het voorbeeld van een debat over windmolens. Toen de vraag ‘ben je voor of tegen’ werd vervangen door mensen alternatieve opties voor te leggen, bleek het aandeel geharnaste tegenstanders niet groter dan tien procent. Mensen die aanvankelijk tegen waren, konden zich toch vinden in een van de alternatieve opties, bijvoorbeeld windmolens langs de snelweg plaatsen of in parken bij elkaar. De bezwaren vroegen vooral om creatieve oplossingen in plaats van polarisatie. ‘In gepolariseerde debatten is het alsof je in het donker staat, iemand de zaklamp op een klein stukje richt en dan zegt: híér gaat het om. Maar ik zeg: je moet niet met de zaklamp schijnen, maar het licht aan doen zodat je de hele ruimte ziet. Pas dan kun je aan een echte oplossing gaan werken. En dat kun je op een heel stevige manier doen.’

Altijd twijfel

Toch zijn er situaties waarin wetenschappers ‘nee’ kunnen – of zelfs moeten – zeggen wanneer ze worden uitgenodigd, volgens hoogleraar Henk de Regt, verbon­den aan het Institute for Science in Society (Radboud Universiteit). De Regt houdt zich onder meer bezig met de rol van wetenschap in de maatschappij en de interactie tussen wetenschap en maatschappij. Hij vertelt dat hij onlangs werd gebeld door een klimaat-scepticus die zijn mening vroeg over de uitspraak van de TU Delft dat er geen twijfel over mogelijk is dat de mens klimaatverandering veroorzaakt. De Regt: ‘Hij zei: “Hoe kan dat nou? Er is toch altijd twijfel mogelijk?” Daar was ik het op zich wel mee eens, maar ik wilde me niet voor het karretje van de klimaatsceptici laten spannen. Wetenschap is altijd onzeker en wetenschappers hebben nooit de absolute waarheid in pacht. Maar dat principe kun je ook misbruiken door twijfel te zaaien. Ik had geen zin om me te laten misbruiken als spreekbuis voor hun standpunt.’ De Regt verwijst naar wetenschappers die succesvol zijn ingezet door onder meer de tabaksindu­strie, farmaceutische industrie en olie-industrie om – door bepaalde standpunten te verdedigen – desinforma­tie te verspreiden. In feite zijn ze lobbyisten, al vraagt De Regt zich af of ze zelf met die kwalificatie instemmen. ‘Misschien zijn er wetenschappers met een vals bewust­zijn die dat zelf niet inzien.’

Feiten en waarden

Twijfel zaaien of uitgaan van wetenschappelijke twijfel, zijn twee heel verschillende dingen. ‘Iemand die opzette­lijk twijfel zaait, is juist stellig in wat hij wil beweren’, zegt De Regt. ‘Iemand die weet dat wetenschap en twijfel bij elkaar horen, eenvoudigweg omdat er anders nooit sprake kan zijn van voortschrijdend inzicht, expliciteert zijn onzekerheden en is dus niet stellig. Een wetenschap­per zegt: “Dit weten we wel en dat niet, dit zijn de onzekerheden en dit zijn de uitkomsten van onderzoek.” Wetenschappers krijgen vaak de vraag wat er moet gebeuren als het over bepaald beleid gaat. Bij een antwoord op zo’n vraag spelen niet alleen feiten een rol, maar ook waarden. Dan kun je als je wilt best een stellig antwoord geven, zolang je maar wel transparant bent over de waardenafweging die je maakt.’