‘Laat de maatschappij beslissen welke data relevant zijn’

Kranten en tv wekken soms de indruk dat het vertrouwen in de wetenschap tanende is, maar het tegendeel is waar. Zelden hechtte de Nederlander meer waarde aan de mening van wetenschappers en aan harde onderzoeksdata. Heeft de open science- beweging daaraan bijgedragen? Misschien. Maar je moet méér doen dan alleen data toegankelijk maken, vinden deskundigen.

Afbeelding van een stapel papier waaruit allerlei stukje gesneden zijn, die eromheen liggen op verhoingen of opgefrommeld zijn.
Beeld: Krista van der Niet

Tekst: Edo Beerda

Volgens recent onderzoek van het Rathenau Instituut geven Nederlanders het vertrouwen in de wetenschap een rapportcijfer 7,4. ‘Op school zou je over zo’n ruime voldoende niet opscheppen, maar het is absoluut een opsteker’, zegt Anne-Floor Scholvinck van het debat- en onderzoeksinstituut. ‘Het is het hoogste cijfer van alle instituties. In geen jaren is het vertrouwen in de wetenschap zo hoog geweest.’ Hoe dat komt? Waarschijnlijk heeft de coronacrisis ermee te maken, want zelden had wetenschappelijk onderzoek zo’n directe impact op het dagelijks leven. De inkt van covid-19-onderzoek was nog niet droog of het OMT formuleerde beleidsadvies op basis van de uitkomsten. En nooit eerder gingen net ontwikkelde vaccins zo snel de arm in. Maar meer wisselwerking tussen wetenschap en maatschappij lijkt ook een rol te spelen.

Is het wel onafhankelijk?

Rathenau zet eens in de drie jaar een enquête uit onder een representatieve groep Nederlanders, dit jaar aangevuld met kwalitatief onderzoek onder focusgroepen. Burgers worden daarin aan de tand gevoeld over voorwaarden voor vertrouwen in de wetenschap. Dit gebeurde aan de hand van fictieve casussen over verkeers- en voedselveiligheid. Deelnemers konden bijvoorbeeld beantwoorden wat ze ervan vinden dat onderzoek naar voedselveiligheid wordt gefinancierd door de overheid. ‘Daar zetten mensen wel eens vraagtekens bij’, zegt Scholvinck, die zich met vertrouwen in de wetenschap én met open science bezighoudt. ‘Is het dan wel onafhankelijk? Maar diep wantrouwen levert het niet op, zolang het maar aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dat ligt overigens totaal anders als deelnemers te horen krijgen dat het onderzoek uit China of Rusland betreft, met steun van de overheid daar.’

Onbekend maakt onbemind

Heeft het sterke vertrouwen in onze wetenschap ook te maken met de vrije toegankelijkheid van wetenschappelijke publicaties en data? Dat is moeilijk te herleiden. Feit is dat de gemiddelde burger niet zomaar de weg vindt naar databases waarin onderzoeksgegevens vrij toegankelijk zijn opgeslagen. Dat geldt al helemaal voor de lastigste categorie die het Rathenau ondervroeg tijdens het onderzoek: mensen met een laag vertrouwen in de wetenschap (minder dan een rapportcijfer zes). Scholvinck: ‘Wat je ziet is dat zij vaak geen idee hebben wat er gaande is in de wetenschappelijke wereld. En onbekend maakt onbemind.’

Een universiteit die de gemeenschap helpt om problemen op te lossen, dat is óók open science

Pedro Russo

Tegenstrijdige of contra-intuïtieve uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek kunnen tot verwarring leiden, want lageropgeleiden hebben vaak moeite met de duiding. Anderzijds bleek twee uur praten over fictieve casussen voor deze mensen vaak al een eye-opener. ‘Het idee dat wetenschappers uit de ivoren toren moeten komen en het gesprek moeten aangaan, sluit daar dus goed bij aan.’

Contact met de wetenschap

De Open Science Hub van de Universiteit Leiden doet precies dat: het gesprek opzoeken met de burger. Dit wetenschappelijke onderwijsproject kreeg recentelijk de Portugese Medal of Scientific Merit 2021 voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke cultuur in Portugal. Hoe ze dat voor elkaar kregen? Door wetenschappers op gemeenschappen af te sturen die normaal gesproken verstoken blijven van contact met de wetenschap, zoals migrantenkinderen of kinderen uit gezinnen met lage inkomens. Een lokale school fungeert vaak als centrum in de projecten die de Open Science Hub inmiddels in acht landen heeft opgezet. Zo helpen plattelandskinderen in Portugal wetenschappers met het analyseren van rivierwater in het project Drinkable Rivers. En in Den Haag ondersteunde het initiatief scholen toen kinderen thuisonderwijs moesten krijgen tijdens de pandemie: universiteitsstudenten volgden een training om basisschoolleerlingen te helpen met wetenschapsonderwijs. ‘Je ziet daar hoe een universiteit lokale gemeenschappen helpt om problemen op te lossen’, zegt projectleider Pedro Russo. ‘Dat is óók open science.’

Hanny’s Voorwerp

Het delen van wetenschappelijke data is een andere route binnen open science. Als astronoom aan de Universiteit Leiden ondervond Russo dat dit niet alleen profijtelijk is voor burgers. Zo leverde het burgerwetenschapsproject Galaxy Zoo in 2007 een klinkende ontdekking op. De Heerlense onderwijzeres Hanny van Arkel viste uit talloze beelden van de Hubble Telescoop een reflectienevel in het sterrenbeeld Kleine Leeuw. Die kreeg zelfs haar naam: Hanny’s Voorwerp. Russo: ‘Dergelijke successen zijn alleen mogelijk als wetenschappers data geschikt en begrijpelijk maken voor het publiek. Je moet dus ook instructies geven voor wat je met de data kunt doen. Voor dergelijk werk is nu nog te weinig geld, maar dit zou even zwaar gewaardeerd moeten worden als een wetenschappelijke publicatie.’ Het lijkt logisch dat onderzoeksdata die met publiek geld zijn vergaard, openbaar worden. Maar is het wetenschappelijk doortimmerd betoog erover niet veel belangrijker dan het publieke begrip? Russo: ‘Ik denk het niet. Stel experts aan om data publiek toegankelijk te maken en laat de maatschappij vervolgens beslissen welke relevant zijn. Dan zullen veel meer mensen deel willen uitmaken van de wetenschap.’

Echokamers van de sociale media

Klinkt allemaal mooi, maar ondertussen is er nog steeds een luidruchtige groep burgers die geen enkel geloof (meer) heeft in de wetenschap. Russo vermoedt dat die groter lijkt door de ‘echokamers van de sociale media’. Het recente Rathenau-onderzoek lijkt die mening te staven. Is het misschien een idee om wetenschappers op kritische burgers af te sturen? Een focusgroep met onder meer anti-vaxers en 5G-critici liet zien dat dit enige omzichtigheid vergt. ‘Je moet mensen niet met feiten om de oren slaan, hoe verleidelijk het voor een wetenschapper met harde data ook kan zijn’, zegt Scholvinck. ‘Om elkaars standpunten te begrijpen, kun je beter serieus in gesprek gaan over de zorgen die er leven. Dat voorkomt loopgravenoorlogen.’