'Op veel scholen staat het onderwerp (begrijpend) lezen hoog op de agenda. Dat is terecht: we doen het niet goed in Nederland. De leesvaardigheid van leerlingen loopt terug, een te groot deel komt laaggeletterd van school. Daar zouden we ons echt voor moeten schamen. Tegelijkertijd zijn er veel inzichten vanuit de wetenschap over wat goed leesonderwijs is en een effectieve leesaanpak. Maar dat betekent nog niet dat alle leraren die zomaar kunnen toepassen en dat alle leerlingen daarvan profiteren. Daarom willen wij wetenschappelijke inzichten die vaak nog abstract zijn concreet maken, zodat leerkrachten er iets mee kunnen in de klas. We werken daarvoor samen met veel verschillende partijen: basisschoolbesturen, de Stichting Leerplanontwikkeling, de Taalunie, de Schoolschrijver. Er zijn onderzoekers betrokken met expertise in onder andere leesdidactiek, meertaligheid en literatuuronderwijs.'
'Door die samenwerking in de Werkplaats kunnen we aansluiten bij vragen die leven op scholen. Samen met leerkrachten ontwikkelen we concrete interventies, zoals kaarten met leesvragen die je kunt meegeven aan leerlingen voordat ze gaan lezen, suggesties voor hoe je meertaligheid kunt benutten of hoe je met leerlingen een goed klassengesprek kunt voeren over wat ze gelezen hebben. Vervolgens onderzoeken we hoe goed dat werkt én of ervan terecht komt wat we gehoopt hadden. Die wisselwerking tussen de praktijk en het onderzoek is heel belangrijk. Mijn boodschap aan de politiek is dan ook om praktijkgerichte samenwerkingsverbanden te blijven financieren. Alleen zo kunnen we zorgen dat kennis uit onderzoek bruikbaar wordt in de praktijk.'