Vening Meinesz prijs

Om de twee jaar reikt NWO de Vening Meinesz prijs uit. Deze persoonlijke prijs is bestemd voor jonge aardonderzoekers.

De prijs is vernoemd naar prof.dr.ir. Felix Vening Meinesz (1887-1966), één van de grondleggers van de Nederlandse aardwetenschappen en van NWO zelf. Hij werd bekend door zijn onderzoek van de zwaartekracht, waarbij hij regelmatig meevoer met onderzeeboten van de Nederlandse marine. NWO kan de prijs uitreiken vanuit zijn financiële nalatenschap. Hij wilde hiermee veelbelovende aardwetenschappers stimuleren.

Tijdens het 18e Nederlandse Aardwetenschappelijke Congres (NAC 2022), op donderdag 10 en vrijdag 11 maart 2022 in Utrecht, zal er wederom een Vening Meineszprijs worden uitgereikt. Voor deze prijs worden kandidaten gezocht.

De Vening Meinesz prijs  is bestemd voor aardwetenschappers die korter dan zes jaar geleden gepromoveerd zijn (voor de VMP 2022 betekent dat in 2016 of later) en als wetenschappelijk onderzoeker werkzaam zijn in Nederland. In geval van zorgtaken kan deze termijn worden verlengd volgens de NWO-extensieclausule.

De voordrachten moeten een curriculum vitae met publicatielijst bevatten, een motivering met betrekking tot de reden van voordracht, de reeds geleverde wetenschappelijke prestaties en de verwachtingen die de indiener van de kandidaat heeft.

De deadline voor aanmelding is maandag 3 januari 2022. Voor aanmeldingen en vragen kunt u terecht bij Bernard Westerop (zie contactblok rechterzijde).

Uitreiking Vetlesenprijs 1962

Werkwijze/procedure

Ongeveer een half jaar voor de uitreiking doet het betreffende NWO bestuur een oproep: Nederlandse aardonderzoekers kunnen een jonge collega voordragen. Kandidaten moeten korter dan zes jaar geleden gepromoveerd zijn en daarbij werkzaam in Nederland. De voordrachten moeten een curriculum vitae met publicatielijst bevatten, een motivering met betrekking tot de reden van voordracht, de reeds geleverde wetenschappelijke prestaties en de verwachtingen die de indiener van de kandidaat heeft.
De beoordelingscommissie (bij iedere prijs in een nieuwe samenstelling) doet een voorstel aan het bestuur van het NWO domein Exacte en Natuurwetenschappen - voorheen van 1998 tot 2016 aan het Gebiedsbestuur NWO Aard- en Levenswetenschappen en daarvoor aan het bestuur van de stichting Geologische, Oceanografische - en Atmosferische wetenschappen (GOA) van NWO.

De prijsuitreiking vindt sinds 1998 in de regel plaats tijdens het Nederlands Aardwetenschappelijk Congres (NAC), de tweejaarlijkse bijeenkomst voor alle Nederlandse aardwetenschappers.

2020: Tjalling de Haas

Dr. Tjalling de Haas (1987) heeft zelfstandig een eigen laboratorium opgezet in Utrecht. Daar bootst hij op kleine schaal processen op berghellingen na zoals puinstromen, die hij vervolgens in een voorspellend model kan stoppen. In gedachten reist hij zo moeiteloos heen en weer tussen aarde en Mars, tussen het Mars van vier miljard jaar en miljoenen jaren geleden en de aardse valleien en berghellingen van nu. De vraag naar het voorkomen van leven op Mars hangt nauw samen met de beschikbaarheid van water. De Haas heeft ontdekt dat afgelopen miljoenen jaren puinstromen actief waren in inslagkraters. Identieke hellingen en puinwaaiers komen op aarde voor, waarschijnlijk zelfs met dezelfde frequentie van ijstijden en warme perioden.
In 2010 studeerde hij cum laude af aan de Universiteit Utrecht, waar hij in 2015 ook cum laude promoveerde. Hij stelde op basis van satellietfoto’s van het oppervlak van Mars vast dat er in de afgelopen miljoen jaar regelmatig periodes met vloeibaar water waren. Daarvoor dacht men nog dat CO2 gas de puinstromen op Mars veroorzaakten.
Hij heeft tot nu toe twee NWO-beurzen binnengehaald: in 2016 een Rubicon-beurs, waarmee hij naar Durham University in Engeland ging. In 2018 kreeg hij een Veni beurs. Daarvoor zoekt hij in twee Zwitserse puinstroomgebieden antwoord op de vraag waarom de ene puinstroom klein blijft en de ander uitgroeit tot een allesvernietigende stroom.
Tijdens veldwerk gebruikt hij onder andere satellietgegevens en drones. De gegevens werkt hij uit in het laboratorium waarna hij voorspellende modellen opstelt: volgens de jury een zeldzame combinatie van kwaliteiten. Hij deed mee aan de serie Ware wetenschap van De Volkskrant en werkte mee aan televisie-uitzendingen van bijvoorbeeld De Kennis van Nu. Hij heeft Bunnik letterlijk op de kaart van Mars gezet: hij slaagde erin een krater op Mars te laten vernoemen naar zijn voormalige woonplaats.

2018: Dr. Niko Wanders
Overstromingen en droogte in rivierdelta’s: dat is het onderzoeksterrein van dr.ir. Niko Wanders. Hij promoveerde op een onderzoek dat satellietbeeldgegevens koppelde aan overstromingsmodellen, om zo overstromingen beter te kunnen voorspellen. Momenteel ontwikkelt hij met satellietgegevens een model dat probeert te begrijpen hoe mensen omgaan met waterreservoirs tijdens droogtes. Zijn er verschillen in periodes van waterschaarste of juist wateroverschot? Zo hoopt hij het optimale waterbeheer te kunnen bepalen om in de toekomst duurzaam watergebruik te garanderen en waterverspilling te minimaliseren. Voldoende schoon water voor huishoudens, industrie en landbouw wordt wereldwijd een grote maatschappelijke uitdaging. Klimaatverandering heeft invloed op neerslagpatronen en dat zorgt voor periodes van extremen: droogte en overstromingen. Wanders toonde bijvoorbeeld de toegevoegde waarde aan van satellietobservaties van bodemvocht bij de voorspelling van een overstroming in grote riviersystemen.
Na een studie in Wageningen promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht. Met een NWO Rubicon beurs werkte hij als postdoc twee jaar aan het gerenommeerde Princeton University (VS). In 2017 keerde hij met een NWO Veni beurs terug naar Utrecht. Doorslaggevend voor het winnen van de Vening Meinesz prijs was dat Niko Wanders zijn prestaties leverde terwijl hij amper drie jaar geleden promoveerde. Beoordelingscommissie:

  •     Prof. dr. Guido van der Werf, VU (voorzitter)
  •     Prof. dr. Ramon Hanssen, TUD
  •     Mw. dr. Esther Stouthamer, UU
  •     Prof. dr. Jakob Wallinga, WUR

2016: Dr. Lennart de Groot
Het magneetveld van de aarde en fysische en chemische eigenschappen van natuurlijke magnetische mineralen: dat is het onderzoeksterrein van Lennart de Groot. Hij onderzoekt het aardmagneetveld, waarvan de veldsterkte schommelt in de tijd en per regio. Het aardmagneetveld beschermt de aarde tegen kosmische straling. De geologische geschiedenis onderzoekt hij met behulp van data uit vulkaanuitbarstingen, waarbij hij de testmethodes wist te verbeteren. Lennart de Groot promoveerde cum laude en haalde een NWO Veni beurs. Zijn onderzoek in het bijzondere Fort Hoofddijk figureert in het NWO blad Hypothese (juni 2016).
Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Kees Wapenaar, TUD (voorzitter)
  •     Prof.dr. Paul Andriessen, VU
  •     Prof.dr. Freek van der Meer, UT
  •     Prof.dr. Caroline Slomp, UU

2014: Dr. Jorien Vonk
De invloed van ontdooiend permafrost op het klimaat: het onderzoeksterrein van de eerste vrouwelijke winnaar van de Vening Meinesz prijs. Ze combineert aardwetenschappen, hydrologie en chemie. De opwarming van de aarde manifesteert zich vooral in het Arctische gebied. Haar bijzondere interesse heeft Yedoma, een vorm van permafrost dat lijkt op bevroren veen. Als het ontdooit belandt het organisch materiaal in het milieu.
Bij NWO haalde ze een Rubicon en Veni beurs binnen; na het winnen van de VM prijs onder meer een ERC Starting Grant. Toen ze de prijs won was ze verbonden aan de UU en de RUG, sinds 2016 is ze Universitair Docent aan de VU. De commissie was vooral onder de indruk van haar zelfstandigheid en onafhankelijkheid als onderzoeker, wat tot uitdrukking komt in een grote buitenlandervaring. Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Cor Langereis, UU TUD (voorzitter)
  •     Dr. Giovanni Bertotti, TUD
  •     Dr. Guido van der Werf, VU

2012: Dr. Johan Weijers
Deze wetenschapper in de organische geochemie deed onderzoek naar vetachtige stoffen in mariene sedimenten. Hij ontwikkelde een nieuwe methode, een oerthermometer, die bruikbaar is bij de wereldwijde reconstructie van temperatuurveranderingen.
Hij promoveerde cum laude, haalde een NWO Rubicon en Veni beurs binnen en een EGU Young Scientist Award. Ten tijde van het winnen van de VM prijs was Weijers verbonden aan de UU; sinds 2012 werkt hij als senior onderzoeker bij Shell.
Beoordelingscommissie:

  •     Dr. Bert Vermeersen, TUD (voorzitter)
  •     Prof.dr. Jeannot Trampert, UU
  •     Dr. Wim van Westrenen, VU


2010: Dr. Appy Sluijs
Deze klimaatonderzoeker onderzoekt en reconstrueert mede aan de hand van fossiele algenresten de natuurlijke variaties van het klimaat in het verleden. Enkele malen mocht hij mee met de prestigieuze IODP boorexpedities. Hij toonde aan dat er 55 miljoen jaar geleden een broeikaswereld bestond, met palmen bij de Noordpool. Zijn werk toonde het verband aan tussen CO2 concentraties in de atmosfeer en veranderende temperaturen op aarde. Appy Sluijs is daarnaast zeer actief op het gebied van educatie, communicatie en de inbreng van wetenschappelijk onderzoek in het publieke en politieke debat. Hij promoveerde cum laude en haalde bij NWO een Veni beurs. In 2014 werd hij aan de UU benoemd tot hoogleraar paleo-oceanografie en ontving hij een ERC Starting Grant. Ook maakte hij deel uit van de Jonge Academie van de KNAW.
Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Rinus Wortel, UU (voorzitter)
  •     Dr. Bert Vermeersen, TUD
  •     Prof.dr. Jaap Sinninghe Damsté, UU NIOZ


2008: Dr. Guido van der Werf
Het onderzoek van deze fysisch geograaf richt zich op de rol van bosbranden en ontbossing bij de uitstoot van broeikasgassen, en op de relatie tussen klimaat en ontbossing. Hij gebruikte zowel biogeochemische modellen als informatie over branddetectie vanuit satellieten, aangevuld met atmosferische modellen. Dankzij zijn data-onderzoek is er meer inzicht gekomen in de bijdragen van bosbranden aan de verhoogde concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer. Sinds 2015 is hij hoogleraar aan de VU. In 2016 ontving hij van NWO de hoogste beurs binnen de Vernieuwingsimpuls, de Vici. Eerder ontving hij al een ERC Starting Grant.
Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Rien Herber, Shell/NAM (voorzitter)
  •     Prof.dr. Kees Wapenaar, TUD
  •     Dr. Esther Stouthamer, UU
  •     Dr. Giovanni Bertotti, VU
  •     Prof.dr. Tom Veldkamp, WUR

2006: Dr. Wim van Westrenen
De eigenschappen van gesteenten in het inwendige van planeten, dat is het onderzoeksterrein van petroloog Wim van Westrenen. Hij bekijkt hoe de eigenschappen en samenstellingen van vaste en deels gesmolten gesteenten veranderen als de druk en temperatuur gewijzigd worden. Dat levert kennis op over bijvoorbeeld de ontstaansgeschiedenis van planeten of over de vorming van magma die leidt tot vulkaanuitbarstingen. Hij is sinds 2013 hoogleraar planetaire evolutie aan de VU. Van NWO ontving hij onder meer een Vidi en Vici beurs. Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Olaf Schuiling (voorzitter)
  •     Prof.dr. Sierd Cloetingh, UU
  •     Prof.dr. Nico van Breemen, WUR
  •     Prof.dr. Stefan Luthi, TUD
  •     Drs. Rien Herber, Shell/NAM

2000: Dr. Wout Krijgsman
Vanwege het 50-jarig jubileum van NWO was er in 2000 een extra Vening Meinesz prijs. Wout Krijgsman van het paleomagnetisch laboratorium Universiteit Utrecht ontving deze prijs uit handen van prof. dr. W. Harder, voorzitter van het Gebiedsbestuur ALW. Hij kreeg de prijs onder meer voor zijn onderzoek naar de Messiniaanse Crisis; in die periode viel de Middellandse Zee deels droog door de afsluiting van de Straat van Gibraltar. Hij is tegenwoordig hoogleraar magnetostratigrafie aan de UU. Van NWO ontving hij onder meer een Vici beurs.
Beoordelingscommissie:

  •     Prof.dr. Wolfgang Schlager, VU (voorzitter)
  •     Dr. Hessel Speelman, TNO
  •     Prof.dr. Rinus Wortel, UU

1998: Dr. Frédéric Marin
Frédéric Marin studeerde paleontologie en werkte als postdoc van 1994 tot 2001 bij het Instituut voor Chemie van de Universiteit Leiden, in de biogeochemie groep van Peter Westbroek. Zijn onderzoek naar de biochemische achtergrond van kalkvorming bij organismen (Metazoa) als mosselen en koralen heeft zich alle kanten op vertakt. Hij werkte twee jaar voor het bedrijf IsoTis (Bilthoven), gespecialiseerd in bot en kraakbeen implantaten. In 2003 trok het CNRS hem aan, aan de Université de Bourgogne in Dijon (Frankrijk). Hij is momenteel onderzoeksdirecteur van de Biogéoscience Unit bij het CNRS en houdt zich vooral bezig met de biomineralisatie van schelpen.

1989: Dr. Roel Snieder
Roel Snieder, met een achtergrond in de theoretische natuurkunde, promoveerde in 1987 cum laude aan de UU. Zijn theoretische onderzoek binnen de seismologie richt zich op de beschrijving van de voortplanting van elastische golven door de aarde. Van NWO ontving hij in 1991 een PIONIER beurs. Hij is nu hoogleraar aan de Colorado School of Mines (Golden, VS) en verricht nog commissiewerk voor NWO.

1983: Dr. Guust Nolet
Guust Nolet promoveerde cum laude in 1976 in Utrecht, waar hij het eerste netwerk van draagbare, digitale breedband seismografen ontwikkelde en waar hij in 1985 hoogleraar werd. Zijn onderzoek gaat  vooral over de inversie van massieve hoeveelheden data ter localisatie van anomalieën in de mantel (seismische tomografie) en de invloed van gediffracteerde energie op de looptijd van seismische golven. Vanaf 1991 bracht hij in Princeton voor het eerst een groot aantal thermische opwellingen (‘plumes’) in beeld. Meer recentelijk gaat zijn belangstelling uit naar de thermische geschiedenis van de aarde en de noodzaak opwellingen met meer precisie in beeld te brengen door de registratie van seismogrammen in oceanische gebieden. Hiervoor accepteerde hij in 2008 een derde hoogleraarspost in Nice, waar hij robots ontwikkelde die als onderzeese seismografen functioneren. Hij is nu de George J. Magee Professor of Geophyics, emeritus, in Princeton (VS) alsmede emeritus in Nice (Frankrijk), en Adjunct Professor of Geophysics aan de Southern University of Science and Technology in Shenzhen (China). Hij is lid van de American Academy of Arts and Sciences, de Academia Europaea en corresponderend lid van de KNAW.

1976: Dr.ir. Nico van Breemen
Nico van Breemen (tropische bodemkunde, Landbouwhogeschool, 1968) promoveerde op chemische processen en omstandigheden in zure sulfaat gronden (katteklei) in Thailand. De Vening Meinesz prijs ontving hij pas in 1978 uit handen van mr. W.F. de Gaay Fortman, voorzitter van ZWO, omdat hij op moment van toekenning onderzoek deed naar de rijstcultuur op de Filippijnen. Als postdoc onderzocht hij op het International Rice Research Institute probleemgronden voor rijst in Zuidoost-Azië. Terug in Wageningen stuitte hij in 1981 op de depositie van ammoniak uit de bio-industrie in bossen en natuurterreinen: een van zes volstrekt toevallige ontdekkingen in zijn onderzoekscarrière. Sinds 1986 was Nico van Breemen hoogleraar bodemvorming en ecopedologie aan de WUR. Bij zijn afscheid als hoogleraar in 2004 concludeerde hij dan ook dat werkelijk nieuwe wetenschappelijke inzichten vrijwel steeds berusten op serendipiteit: ‘Ik ga vandaag iets heel nieuws ontdekken en ben toch zo benieuwd wat dat zal zijn’. Sinds 2004 is hij actief als galeriehouder hedendaagse kunst.

1972: Dr. Hans Schouten
Hans Schouten is marien geofysicus. Hij promoveerde in 1970 aan de UU in de geofysica en werkte toen mee aan seismisch onderzoek op de Noordzee, de Noord-Atlantische Oceaan en de Caraïbische Zee. Hij ontving de prijs samen met Ben Engelen uit handen van prof. dr. W.C. van Unnik, voorzitter van ZWO, in het Vening Meinesz laboratorium te Utrecht. Aan het oceanografische onderzoeksinstituut Woods Hole Oceanographic Institution (WHOI) in de VS onderzocht hij onder meer aardmagnetisme, plaattektoniek en mid-oceanische ruggen.

 1972: Dr. Ben Engelen
In 1963 promoveerde Ben Engelen cum laude aan de UU; hij deed onderzoek naar alpiene gebergtevorming onder invloed van zwaartekrachtstektoniek, toegespitst op de unieke geologische wordingsgeschiedenis van de Dolomieten in Noord-Italië. In 1970 verbleef hij met een ZWO-stipendium als gasthoogleraar aan het Engineering Research Center van Colorado State University in Fort Collins (VS). In 1974 werd hij hoogleraar hydrogeologie aan de VU. Hij ontwikkelde zich tot expert in grondwaterstromingen. Ben Engelen is vooral bekend geworden als grondlegger van de regionale hydrologische systeemanalyse. Op basis van deze methode zijn in de jaren negentig landdekkende kaarten gemaakt van grondwaterstromingsstelsels in Nederland.

 1968: Dr. Hans Zijderveld
Hans Zijderveld ontving de prijs uit handen van prof. dr. J.N. Bakhuizen van den Brink, voorzitter van ZWO, voor zijn grote verdiensten op het terrein van paleomagnetisme. Hij startte in 1963 het paleomagnetisch laboratorium Fort Hoofddijk, toen het Utrechtse universiteitsterrein De Uithof nog niet bestond. Zijderveld publiceerde in 1967 een methode om de paleomagnetische richtingen beter te visualiseren; deze figuren worden nog steeds vaak ‘Zijderveld diagrammen’ genoemd. Zijderveld was hoogleraar paleomagnetisme aan de UU en tot zijn emeritaat in 1995 het hoofd van Fort Hoofddijk, het oudste nog actieve paleomagnetische lab ter wereld.

1965: Dr. Olaf Schuiling
Olaf Schuiling promoveerde in 1961 cum laude aan de UU. Van 1972 tot 1997 was hij hoogleraar geochemie aan de UU, daarnaast bekleedde hij tal van nevenfuncties. Schuiling speelde in de periode tot aan zijn emeritaat in 1997 een cruciale rol in de ontwikkeling van het vakgebied geochemie aan de Universiteit Utrecht. Hij is een pionier op het gebied van versnelde verwering van het mineraal olivijn. In 2009 richtte hij de Olivijn Stichting op. In 2017 schreef hij het boek ‘Olivijn, de steen der wijzen’ met  een groot aantal toepassingen van het gebruik van olivijn om klimaatverandering te beteugelen. Sinds enkele jaren kent de UU het Professor Olaf Schuiling Fonds, dat extra onderzoek en onderwijs op het terrein van de geochemie mogelijk maakt.

Prof.dr.ir. F.A. Vening Meinesz werd in 1887 geboren in Den Haag / Scheveningen als zoon van de Rotterdamse en latere Amsterdamse burgemeester. Van 1927 tot 1957 was hij hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, met als leeropdracht de geodesie en cartografie. Vanaf 1938 was hij met dezelfde leeropdracht verbonden aan de TU Delft. Daarnaast was hij van 1945 tot 1951 hoofddirecteur van het KNMI. Felix Vening Meinesz overleed in 1966 in Amersfoort.

In 1945 maakte professor Vening Meinesz in opdracht van de regering een reis naar de Verenigde Staten ten behoeve van de voorbereiding van de oprichting van ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, nu NWO). De regering wilde na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog een nieuw systeem opzetten voor de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Vening Meinesz onderzocht de merites van de Amerikaanse wetenschapsfinanciering. Van 1950 werd hij lid van de Raad voor het zuiver wetenschappelijk onderzoek en lid van het bestuur van ZWO. Deze functie bekleedde hij tot 1958.
Expedities

In 1934/1935 maakte de Nederlandse onderzeeër de K18 een wereldreis naar Nederlands Indië via Amerika, Afrika en Australië. De reis van 8 maanden, van Den Helder naar Surabaya, was toen de langste reis ooit met een onderzeeboot. Aan boord was ook professor Felix Vening Meinesz. Hij had een 200 kilo zwaar apparaat aan boord gesjouwd om de precieze vorm van de aarde en de geoïde te bepalen. De bijna 2 meter lange aardwetenschapper had al eerder oncomfortabele reizen gemaakt in de krappe onderzeeërs.
Polygoon maakte van deze reis de eerste grote documentaire met geluid, die later met veel succes in de Nederlandse bioscopen werd vertoond.
Deze expeditie met de K18 maakt deel uit van een erfgoedproject op Wikipedia, waarbij de data van meerdere Nederlandse expedities zijn opgeslagen.

In 2014 schreef Theo van Hengel een proefschrift over Vening Meinesz: 'The Diving Dutchman – Het marien gravimetrisch onderzoek van F.A. Vening Meinesz (1887-1966)'