Prof. dr. ir. Tanja van der Lippe
In een tijd waarin steeds meer aandacht is voor een gezonde werk-privébalans en duurzame inzetbaarheid, mag Tanja van der Lippe (1963), hoogleraar sociologie aan de Universiteit Utrecht, zich met recht een pionier op dit onderwerp noemen. Haar onderzoek toont aan dat mensen verschillende rollen hebben in het leven – bijvoorbeeld als werknemer of als familielid - die allemaal van invloed zijn op prestaties, tijdsdruk en welzijn. Nationaal en internationaal wordt ze gezien als een invloedrijke socioloog die met haar werk een grote rol speelt in de manier waarop organisaties omgaan met hun personeel – en overheden met hun burgers.
Voor veel mensen is het de dagelijkse praktijk: jongleren tussen werk, familie en vrijetijdsactiviteiten. Op alle gebieden proberen ze te excelleren, maar worstelen ze met conflicterende verwachtingen. Van der Lippe is een van de eerste sociologen die families en organisaties niet als afzonderlijke entiteiten beschouwt, maar juist de sterke verbondenheid centraal stelt. Ze toonde aan dat verwachtingen vanuit werk en familie kunnen conflicteren, maar ook elkaar kunnen versterken en leiden tot meer voldoening en productiviteit. Hiermee heeft ze een vernieuwende invalshoek gebracht in het vakgebied.
Het onderzoek van Van der Lippe heeft een grote invloed op het welzijn van werknemers en geeft een heldere visie op de toekomst van werk. Ze adviseert organisaties over het behouden van talent en het aanboren van onbenut potentieel en maakt haar onderzoek toepasbaar door tools en platforms te ontwikkelen. Zo pionierde ze met haar team in de Work-STeP tool die aangeeft welke investeringen organisaties helpen om hun medewerkers duurzaam in te zetten, en is medeoprichter van het platform de Future of Work, een netwerk van 150 stakeholders vanuit de industrie, overheden en wetenschap. De aandacht voor gender in haar onderzoek is essentieel. Van der Lippe werkt samen met het Europees Instituut voor gendergelijkheid op onderwerpen als de sociaaleconomische gevolgen van thuiswerken in de covid-19 crisis en het verband tussen werk- en privébalans en gendergelijkheid. Ook richt ze zich op de top van het bedrijfsleven en laat zien dat een vrouwelijke leidinggevende de loonkloof niet dicht, maar wel zorgt voor een familievriendelijke sfeer. Ze pleit overtuigend voor een systeemverandering.
Van der Lippe heeft een ‘down to earth’-aanpak in het toegankelijk maken van haar werk, met onder andere haar boek Waar blijft mijn tijd (2021), talloze podcasts gericht op het brede publiek, een documentaire bij het Klokhuis en meerdere artikelen in landelijke media. Ze is uitstekend in staat om haar onderwerp op de agenda te krijgen en zowel landelijk als wereldwijd meer aandacht te vragen voor het welzijn van werknemers.
Met haar talent om complexe onderwerpen voor iedereen aanspreekbaar te maken, inspireert ze dagelijks collega’s en studenten. Wereldwijd werken onderzoekers graag met haar samen en ze heeft samen met haar collega’s medewerkers van vijftien verschillende nationaliteiten naar de afdeling sociologie van de Universiteit Utrecht getrokken. Andere experts in haar vakgebied hebben grote waardering voor Van der Lippe, die in 2019 is benoemd tot vice-voorzitter van het Work and Family Researchers Network (WFRN), hét netwerk van haar onderzoeksveld. Die waardering blijkt ook uit een opmerking van een van de referenten, die stelt dat werken met Van der Lippe je eigen werk beter maakt.
De selectiecommissie van de Stevinpremie prijst Van der Lippe, omdat ze haar onderzoeksgebied in Nederland en wereldwijd op de kaart heeft gezet. De Stevinpremie is een mooie bekroning op haar onvermoeibare inzet voor het toegankelijk en bespreekbaar maken van het onderwerp, het bijeenbrengen van verschillende partijen en haar vernieuwende onderzoek naar de werk-privébalans.
1963 op 17 juni geboren in Vlaardingen
1988 cum laude afgestudeerd in Home Economics aan Wageningen University & Research centre
1993 promoveert aan de Universiteit Utrecht op het onderwerp arbeidsverdeling tussen
partners
2003 wordt benoemd tot hoogleraar sociologie van huishoudens- en arbeidsrelaties aan de
Universiteit Utrecht
2004 wint samen met Esther Kluwer de Utrecht University’s High Potential Prize voor haar onderzoek naar de onderlinge afhankelijkheid tussen werk en gezinsleven
2007 ontvangt de Partnership Prize voor crossnationaal onderzoek naar gezin, werk en gender vanuit de Universiteit van Californië en de Universiteit Utrecht
2010 wordt lid van de Europese Academie voor Sociologie
2011 aangesteld als onderzoeksdirecteur van de afdeling Sociologie aan de Universiteit Utrecht
2011 benoemd tot voorzitter van de afdeling Sociologie aan de Universiteit Utrecht
2013 wordt lid van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Wetenschappen en
Geesteswetenschappen (KHMW)
2013 ontvangt een ERC Advanced Grant voor onderzoek naar investeringen in een duurzame beroepsbevolking in Europa. Als projectleider werkt ze samen met 27 onderzoekers en 25 assistent onderzoekers uit negen Europese landen.
2014 benoemd tot lid van de KNAW
2017 ontvangt een Zwaartekracht-financiering als één van zes hoofdaanvragers voor het
Zwaartekrachtprogramma Duurzame Samenwerking
2017 wordt lid Coördinatie Team Future of Work Hub, Strategisch Thema Instituties voor open
samenlevingen
2018 ontvangt samen met Thomas Martens een ERC Proof of Concept voor Work-STeP
2018 benoemd tot voorzitter van het Interuniversitair Centrum voor Theorievorming en
Methodenontwikkeling in de Sociale Wetenschappen
2018 VSNU-kernlid voor digitale samenleving, werk en organisaties
2018 verkozen tot beste algemene bijdrager aan het onderzoek naar werk en gezin door het Work and Family Researchers Network
2019 aangesteld als vice-president van de the International Work and Family Researchers Network
2020 benoemd tot voorzitter van de KNAW Sociaal-Wetenschappelijke Raad
2021 medevoorzitter WRR-KNAW-studiescenario’s covid-19-pandemie