Academische groei, economische bloei

Investeer vanaf nu de komende tien jaar 300 tot 380 miljoen euro extra in onderzoek en innovatie. Die oproep doet de Kenniscoalitie, een samenwerkingsverband van onderzoeksinstellingen en bedrijven, aan het nieuwe kabinet. VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen en Paul de Krom, bestuursvoorzitter van TNO, schetsen alvast wat het ons land oplevert als we eindelijk die breedgedeelde ambitie waarmaken. ‘Het zit niet alleen in geld, maar ook in organisatie.’

Onderzoek 6. Academische groei, economische bloei
Tekst: Arno van 't Hoog, beeld: Lauren Hillebrandt

‘Het kabinet mikte vier jaar geleden op tweeënhalf procent van het bbp in 2020, maar we zitten op dit moment op een investering van 2,18 procent voor onderzoek en innovatie’, zegt Paul de Krom. De ambitie van Duitsland is drieënhalf procent en die van de EU als geheel drie procent. Nederland staat nog wel hoog op de internationale innovatie- en concurrentieranglijsten van de OECD en World Economic Forum. ‘We doen het relatief goed, maar het is ook teren op investeringen uit het verleden. Als we geen tandje bij zetten, zullen we snel achterlopen.’

Overheid kan het niet alleen

Er bestaat een neiging om te kiezen voor de korte termijn, zoals extra geld voor de zorg, volgens De Krom. ‘Dat is begrijpelijk, maar onderzoek en innovatie zijn ook nodig voor betaalbare zorg over tien jaar. Hetzelfde geldt voor de energietransitie: van het gas af is een mooi streven, maar met de huidige stand van de technologie lukt het niet. Je zult veel meer moeten ontwikkelen op het gebied van alternatieven, infrastructuur, energieopslag en sociale acceptatie. Als je dat negeert, loopt het beleid geheid vast. Bovendien kan de overheid het niet alleen organiseren. Daarom is de Kenniscoalitie zo belangrijk: je hebt bedrijfsleven, overheid, universiteiten en toegepaste kennisinstellingen nodig.’

Spoor van publieke investeringen

Die gedroomde groei naar drie procent van het bbp is alleen haalbaar inclusief een forse groei van investeringen uit het bedrijfsleven. Deze volgt in het spoor van publieke investeringen in onderzoek, volgens de Kenniscoalitie. Dat blijkt ook uit onderzoek. ‘Landen met een grote hightechsector investeren per definitie meer in R&D’, zegt Ingrid Thijssen. ‘Niks ten nadele van de dienstensector natuurlijk, maar de publieke investeringen in kennis en innovatie doen er toe om een krachtige, hoogproductieve, groeiende industrie in Nederland te houden en uit te bouwen.’

Politiek discussiepunt

Investeren heeft alles te maken met rendement. Maar als politieke partijen kiezen voor meer onderzoek en hun partijprogramma laten doorrekenen, verdienen ze daarmee bij de rekenmodellen van het CPB geen punten. De Krom: ‘Voor extra inzet op onderzoek en innovatie krijg je volgens de modellen niet direct economische groei en werkgelegenheid terug. Maar inmiddels is in andere studies al aangetoond dat je een veelvoud terugkrijgt voor elke euro investering. Eigenlijk is het geen politiek discussiepunt meer.’

Kennis is de enige grondstof die aan de basis staat van ons toekomstig verdienvermogen

Ook het kabinet investeerde onlangs al extra in het Groeifonds zonder steun van het CPB-model. Volgens Thijssen is die relatie klip en klaar: ‘Het wegwerken van deze achterstand kost jaarlijks 2,6 miljard euro en leidt uiteindelijk tot 4,3 miljard extra economische groei. Kennis is de enige grondstof die aan de basis staat van ons toekomstig verdienvermogen en de welvaart.’

Bron van fundamentele kennis

De Kenniscoalitie pleit in haar pamflet niet alleen voor doelgericht investeren in technologische en toegepaste innovaties. De helft van de driehonderd miljoen euro is bestemd voor de basisfinanciering van kennisinstellingen. Als je succesvol wilt zijn, dan moet je in het hele kennisecosysteem floreren en niet in één deel, volgens De Krom. ‘Kennisinstellingen zijn een bron van fundamentele en toegepaste kennis, nieuwe ideeën en wetenschappelijke concepten. Als we vooraan willen staan in de innovatierace en het verdienvermogen van Nederland willen aanjagen, moet je de basis op orde hebben.’ De complexiteit van vraagstukken neemt bovendien snel toe, dus er zijn ook veel verschillende disciplines nodig om oplossingen te ontwikkelen. Volgens Thijssen staat nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek vaak aan de basis van de grote ontdekkingen. ‘Ontdekkingen waarop ook weer nieuwe bedrijvigheid kan worden gebouwd. Dit geldt in zekere zin voor alle vakgebieden, maar vooral voor bèta-technisch onderzoek als we naar de grote technologische doorbraken kijken en de manier waarop we in Nederland uiteindelijk tot een economische groeisprong moeten komen.’

Onderzoek 6. Academische groei, economische bloei. 2

Hypermodern

Wat grootschalig investeren inhoudt, is te zien in Israël, Zweden en Duitsland, vindt Thijssen. Die landen investeren allemaal richting de drie procent van het bbp in kennis en innovatie. ‘Daarmee zijn ze sterk gepositioneerd. Dat klinkt misschien vaag, maar het betekent concreet dat in deze landen bij kennisinstellingen veel meer is geïnvesteerd in een hypermoderne grootschalige infrastructuur of dat er meer middelen beschikbaar zijn voor praktijkgericht onderzoek en voor financiering van grootschalige projecten. Uiteindelijk vertaalt meer budget zich naar meer mensen die kennis ontwikkelen en omzetten naar innovaties. Ik reken erop dat een deel van deze extra investeringen zullen leiden tot werkdrukverlichting voor onze onderzoekers aan kennisinstellingen, maar ook tot investeringen in een hoogwaardige infrastructuur. We moeten in staat blijven om toponderzoek en dus vooral toponderzoekers in Nederland te houden en aan te trekken.’

Met overtuiging én budget

Gevraagd naar een doorkijkje over tien jaar denkt De Krom bijvoorbeeld aan grootschalig onderzoek rond waterstof. ‘Maar bij deze veelbelovende technologie gaan we het in Nederland niet redden met een investering van 35 miljoen euro per jaar. Het zit bovendien niet alleen in geld, maar ook in organisatie. Je moet er geen ballenbak van kleine, tweejarige projecten van maken.’

Je moet er geen ballenbak van kleine projecten van maken die twee jaar duren

Ook Thijssen denkt dat we er met kleine beetjes niet komen. ‘Nederland moet nu écht de keuze maken voor grote investeringen in kennis, digitalisering en sleuteltechnologieën. We zullen óók goed moeten kijken wat er bij onze Europese partners gebeurt. En daar waar het in het belang is van Nederland, moeten we ons aansluiten met overtuiging én budget.’ De Krom: ‘Op het gebied van quantumtechnologie, artificial intelligence en fotonica zijn we daarom de krachten aan het bundelen via nationale roadmaps. We stemmen onderzoek meer op elkaar af, ook Europees. Op het vlak van artificial intelligence staat Nederlands onderzoek vooraan. Daar kunnen we waanzinnige dingen bereiken. Wereldwijd is er rond dit soort sleuteltechnologieën een enorme competitie gaande. Er is geen tijd om even een kabinetsperiode af te wachten. Als we mee willen doen, moeten we nu versnellen.’


Bijblijven binnen Europa

Als de nieuwe regering gehoor geeft aan de oproep van de Kenniscoalitie, ligt het bedrag aan het einde van de komende kabinetsperiode ruim één miljard euro hoger dan nu. In 2030 zou Nederland zo op een investeringsniveau moeten komen van drie procent van het nationaal inkomen. ‘Alleen dan kunnen we ons qua wetenschappelijke prestaties en innovatie op lange termijn blijven meten met andere Europese landen’, aldus de Kenniscoalitie. D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie sloten zich eerder al aan bij de oproep.