Impact in vele gedaanten

Wetenschappelijke inzichten kunnen op allerlei manieren losbreken uit academische artikelen. Ze kunnen collega-wetenschappers op een nieuw spoor zetten, beleidsmakers op nieuwe gedachten brengen of via de media een groot publiek bereiken. Vijf wetenschappers vertellen hoe zij op totaal verschillende wijze impact maken.

Tekst: Marieke Buijs, Beeld: Van Santen en Bolleurs

IMPACT VIA DE MEDIA:

Ik wil dat iedereen weet wat er op het spel staat

Oceaanwetenschapper Sjoerd Groeskamp speelde klimaatverandering in de kijker met onderzoek naar een dam om de Noordzee

Terwijl Sjoerd Groeskamp zich boog over zijn onderzoek naar vermenging in oceaansystemen – onmisbaar om klimaatmodellen aan te scherpen – begon het aan hem te knagen: ‘Ik zag de voorspellingen over klimaatverandering en zeespiegelstijging steeds grimmiger worden.’ Zijn onderzoek was nuttig, zeker. ‘Maar het ging gewoon niet snel genoeg. Ik realiseerde me dat ik nú iets moest doen.’

Gedachtenexperiment

Tijdens het hardlopen op zijn geboorte-eiland Texel vroeg Groeskamp zich af wat de zeespiegelstijging voor die plek zou betekenen en of dat scenario nog was af te wenden. ‘Met mijn neus in de atlas kwam ik op het idee van een dam om de Noordzee en Waddenzee af te sluiten, van Schotland naar Noorwegen en van Cornwall naar Normandië.’ Hij sloeg aan het rekenen: was het mogelijk? En betaalbaar? Ja en ja, concludeerde hij in een wetenschappelijke publicatie. Een persbericht deed de rest. Van The New York Times tot BBC World, iedereen hing aan de lijn. ‘Voor de duidelijkheid: ik wil absoluut niet dat die dam er komt. Het gedachte-experiment diende om die abstracte klimaatverandering tastbaar te maken.’ Dat is de sleutel, ervaart Groeskamp. ‘Je kunt eindeloos informatie aanleveren, maar pas als mensen er iets bij voelen, komen ze in beweging.’

Communicatie als dagtaak

Voor Groeskamp is het geen probleem daarbij af en toe een nuancering weg te laten. Klimaatverandering gaat niet alleen hoogopgeleiden aan, ik wil dat iedereen weet wat er op het spel staat.’ Niet al zijn collega-wetenschappers kunnen dat waarderen. Dat vond hij nog spannend bij de mediastorm rond het damproject, maar inmiddels heeft hij daar maling aan. ‘Ik vind het té belangrijk. We hebben nog een jaar of vijf om mens en natuur voor de ergste klimaatverandering te behoeden. Wat mij betreft krijgen klimaatwetenschappers voor die periode een vrijbrief van wetenschapsfinanciers om communicatie als dagtaak te beschouwen, zodat het niet allemaal in de avonduren hoeft.’

IMPACT BINNEN DE WETENSCHAP:

Laat het idee los dat je alles moet kunnen

Methodoloog Erik-Jan van Kesteren helpt psychologen, economen en sociale wetenschappers de analyse van hun gegevens naar een hoger plan te tillen

Hoe beantwoorden we vragen op een betrouwbare manier? Voor Erik-Jan van Kesteren is statistiek een levenshouding. Of het nu gaat om het doorgronden van het huilpatroon van zijn baby of om het in kaart brengen van de oneerlijke verdeling van kansen in Nederland, hij wil weten welke gegevens je zou kunnen gebruiken en op welke manier om tot een zinnig antwoord te komen. Die instelling komt van pas in bijna alle wetenschap. ‘Van wetenschappers wordt verwacht dat ze alles kunnen: beurzen aanvragen, data verzamelen en analyseren, artikelen schrijven, de media te woord staan en onderwijs geven. Veel wetenschappers willen dat ook, maar volgens mij moeten we dat idee loslaten. Zeker nu we steeds specialistischere vragen proberen te beantwoorden.’

Per ongeluk geen valide conclusie

En dus bouwde Van Kesteren mee aan de onderzoeksinfrastructuur ODISSEI, dat sociale wetenschappers begeleidt bij het gebruik van grote datasets. Hij werkte onder meer mee aan kansenkaart.nl, waarop te zien is hoe de kansen op bijvoorbeeld een hoog opleidingsniveau en goede gezondheid verdeeld zijn over verschillende groepen in Nederland. ‘Als je statistiek goed toepast, kun je gedegen conclusies trekken waarin je de onzekerheid ook meeneemt. Zo voorkom je dat een heel onderzoeksveld een bepaalde kant op gaat, omdat een invloedrijk artikel per ongeluk geen valide conclusie trekt. Zonde van de tijd en het geld.’

Breng open science in de praktijk

Door te investeren in goede wetenschap, hoopt Van Kesteren bij te dragen aan begrip van de wereld, zodat we beter met die wereld kunnen omgaan. Collega-wetenschappers die zich willen inzetten voor betrouwbare wetenschap, adviseert Van Kesteren twee dingen: ‘Breng open science in de praktijk. Deel niet alleen je bevindingen, maar ook je methodiek, datasets, code enzovoorts, zodat we van elkaar kunnen leren en onderzoeksmiddelen effectiever besteden. Daarnaast raad ik aan de samenwerking op te zoeken. Zoek mensen die de dingen weten die jij zelf niet weet, zodat je samen tot beter onderzoek komt.’

IMPACT MET EEN BEDRIJF:

Gaaf om mijn kennis terug te zien in een duurzaam product

Levensmiddelentechnoloog Birgit Dekkers ging met haar kennis over eiwitstructuren op zoek naar de perfecte plantaardige biefstuk en begon de startup Rival Foods

Tijdens haar promotieonderzoek naar het structureren van plantaardige eiwitten, zag Birgit Dekkers het vega-schap in de supermarkt transformeren. Van een zielig hoekje naast het vlees, groeide het uit tot een volwaardige afdeling. Tegelijkertijd slaagde Dekkers er in vlezige structuren te creëren in eiwitten uit soja en andere planten. Dat maakte het mogelijk niet alleen bewerkt vlees als worstjes, burgers en gehakt na te maken, maar ook onbewerkt vlees zoals een biefstuk of kipfilet. Toch dreigde het potentieel om dit spiervlees na te maken, onbenut te blijven. Voor de grote bedrijven waarmee Dekkers samenwerkte in haar onderzoek, was het opschalen van de productie – van enkele kilo’s in het lab naar duizend kilo per uur voor een betaalbaar stukje sojaboonfilet – te risicovol. ‘Dat zou ik zonde vinden. De transitie naar een plantaardig dieet had gisteren moeten beginnen. Daar kon ik met onze kennis aan bijdragen en dus besloot ik het zelf te doen.’

Veel minder vlees

Wetenschapper zou ze zichzelf niet meer noemen. ‘Ik heb wel een wetenschappelijke blik, maar wil iets concreets doen. Wetenschappelijke publicaties worden door een handvol collega’s gelezen. Ik vind het gaver mijn kennis terug te zien in een gezond en duurzaam product. Ik hoop dat over een paar jaar veel meer plantaardig en veel minder vlees wordt gegeten en dat Rival Foods een belangrijke rol heeft gespeeld in die verandering.’

Samenwerken met ondernemers

Van wetenschap naar startup was geen makkelijke weg. ‘Het afstemmen van de contracten met de universiteit over het gebruik van de kennis die ik daar had opgedaan, verliep weinig transparant en duurde maar liefst anderhalf jaar. Zonde, want dat ontmoedigt wetenschappers en zo blijven waardevolle inzichten op de plank liggen.’ Toch raadt ze andere wetenschappers aan goed te kijken naar hun onderzoek: zien ze mogelijke toepassingen? ‘Ook als je niet zelf een startup wil beginnen, kun je samenwerken met ondernemers om onderzoek naar iets concreets te vertalen.’

IMPACT OP BELEID:

Je bent een stem aan tafel, maar zit niet aan de knoppen

Historicus Karwan Fatah-Black adviseert ministeries, het Rijksmuseum en maatschappelijke organisaties over hun omgang met het Nederlandse slavernijverleden
Onderzoekers die aan het woord komen

Het viel Karwan Fatah-Black tijdens zijn studie op dat er zowel in de wetenschap als het maatschappelijk debat  krampachtig wordt omgesprongen met het Nederlandse slavernijverleden. ‘Dat het koloniale verleden na het  dekolonisatieproces bewust of onbewust terzijde is geschoven, wekt interesse: waarom blijft men dat gesprek zo moeilijk vinden?’ Voor Fatah-Black was het aanleiding zich niet alleen op historisch onderzoek te storten, maar zijn expertise ook in te brengen bij ministeries die zich bijvoorbeeld afvragen hoe om te springen met cultureel erfgoed of voor musea die hun narratief willen herzien.

Eenzijdige institutionele blik

Het Nationaal Archief vroeg Fatah-Black om mee te denken over een tentoonstelling rond vierhonderd jaar West-Indische Compagnie. ‘Daar is uiteindelijk gekozen om niet de WIC centraal te stellen, maar Curaçao en haar bewoners door de eeuwen heen.’ Een goede zaak, volgens Fatah-Black, want onze blik op de geschiedenis wordt gevormd door overheden en ondernemingen wier aantekeningen bewaard zijn gebleven. ‘Zo hebben we een eenzijdige, institutionele blik op de geschiedenis gevormd. Als bezoekers van een tentoonstelling in aanraking komen met meer stemmen en meer perspectieven, krijgen ze een completer beeld van de geschiedenis.’

Zie waar het je brengt

Soms botst Fatah-Blacks maatschappelijke rol met zijn onderzoek. ‘Als ik een nieuw plan uitwerk, trek ik me terug. Dan geef ik geen lezingen en doe ik geen advieswerk. Zo ontstaat ruimte om wetenschappelijke vragen uit te pluizen zonder bezig te zijn met de manier waarop het gepolariseerde maatschappelijk debat met die bevindingen aan de haal zal gaan.’ Voor andere wetenschappers die een maatschappelijke rol ambiëren, heeft Fatah-Black twee tips: ‘Be kind to strangers, raadde een collega mij ooit aan. Ga maar in gesprek. Als een kleine of onbekende organisatie zich meldt omdat ze iets van je willen leren, zie waar het je brengt.’ Daarnaast tempert hij de verwachtingen. ‘Ken je rol. Bij een ministerie ben je een stem aan de tafel, tussen vele anderen. Je voedt een denkproces, maar zit niet aan de knoppen.’

IMPACT OP DE WETENSCHAP:

Ik wil de meerstemmigheid een duwtje geven

Interdisciplinair gezondheidsonderzoeker Charisma Hehakaya helpt eerstegeneratiestudenten op weg en betrekt jonge onderzoekers bij de discussie over de toekomst van de wetenschap

De wetenschap heeft veel te winnen bij verschillende perspectieven, volgens Charisma Hehakaya. ‘Iedereen heeft vanuit de eigen ervaring iets waardevols in te brengen.’ Hehakaya probeert die meerstemmigheid een duwtje te geven. Dit jaar richtte ze het Eerste Generatie Fonds op, om eerstegeneratiestudenten financiële  steun en mentoring te bieden.

Gefragmenteerde wereld

Als kind van deels-geletterde ouders in een anderstalig gezin, was het voor Hehakaya zelf niet altijd makkelijk zich op school en studie te richten. ‘Ik hielp van jongs af aan mee een inkomen in te brengen en was veel op straat.’ Toen ze zakte voor haar eindexamen op het atheneum, gooide ze bijna de handdoek in de ring. ‘Maar een docent zag iets in mij en overtuigde me het nog eens te proberen.’ Nu ze met drie masters op zak haar promotieonderzoek afrondt, staat ze stil bij de afstanden die ze in haar studietijd heeft weten overbruggen. ‘Zowel financieel, als qua taalgebruik en ongeschreven regels. Ik kon niet zomaar een laptop aanschaffen en moest mijn Engels en Nederlands flink bijschaven.’ Door nu andere pioniers te gidsen, hoopt Hehakaya ook hun unieke vaardigheden te behouden voor de academische wereld. ‘Deze jongeren hebben van kinds af aan leren switchen tussen de ene leefwereld en de andere. Ze spreken de academische taal én die van verschillende sociale groepen. Dat is essentieel in een gefragmenteerde wereld waar wantrouwen richting wetenschap groot kan zijn.’

Onze toekomst

Hehakaya is daarnaast lid van Young Science in Transition en betrekt vanuit die rol jonge wetenschappers bij het debat over erkennen en waarderen. ‘Het is voor promovendi – die zich in een afhankelijke positie bevinden – niet altijd makkelijk zich uit te spreken. Maar ik vind het juist belangrijk dat wij meepraten. Het draait om onze toekomst en wij hebben inzichten van de werkvloer en uit het onderwijs.’ Collega’s die verandering nastreven in de wetenschap, tipt Hehakaya anderen op te zoeken: ‘Gelijkgestemden die met jou in actie willen komen, maar ook mensen die een ander standpunt vertolken. Stap op iemand af júíst omdat diegene niet jouw denkbeelden deelt. Zo leer je van elkaar.’