Prof. dr. ir. Corné Pieterse

Corné Pieterse (1964) is een boegbeeld in het ontrafelen van de complexe wereld achter de groei en gezondheid van planten. Het onderzoek van de hoogleraar plant-microbe interacties aan de Universiteit Utrecht spitst zich toe op de vraag hoe planten zichzelf beschermen. Een belangrijk vraagstuk, want jaarlijks gaat ruim een kwart van alle oogsten wereldwijd aan ziekten en plagen verloren. Met de groeiende wereldbevolking is dat een probleem dat zo snel mogelijk moet worden opgelost. De onderzoeksgroep van Pieterse legt de wetenschappelijke basis die nodig is om te komen tot hogere gewasopbrengsten. Een hoofdrol is hierin weggelegd voor de zandraket als modelplant.

Prof. dr. ir. C.M.J. (Corné) Pieterse
Prof. dr. ir. C.M.J. (Corné) Pieterse (Fotografie: Studio Oostrum)

Al vroeg in zijn carrière koos Pieterse voor het vakgebied van de fytopathologie: het begrijpen van plantenziektes. Tot in het kleinste detail onthult Pieterse het plantaardig immuunsysteem en brengt hij aan het licht hoe micro-organismen in de plantenwortels hun gastheer beschermen. Door zijn onderzoek begrijpen we hoe wonderlijk ingenieus planten omgaan met hun buitenwereld. Uit een vondst van Pieterse blijkt dat plantencellen kunnen ‘onthouden’ aan welke gevaren zij eerder zijn blootgesteld. Bij een herhalingsaanval stellen de planten daarmee sneller de juiste immuunreactie in werking. Ook toonde de onderzoeker aan dat tussen plantenwortels een microscopisch leger huist, dat in geval van nood door de plant wordt opgetrommeld om een aanval van ziekteverwekkers of insecten de kop in te drukken.

Met zijn passie voor het vak inspireert Pieterse beginnende onderzoekers tot het verleggen van wetenschappelijke grenzen. De meeste studenten die zich hebben ontwikkeld onder de bezielende leiding van Pieterse, zetten hun werk voort in belanghebbende laboratoria in het buitenland of vinden onderzoekposities in de biotechnologie, gewasbescherming of plantenveredelingsector. Zijn enthousiasme weet de plantenonderzoeker over te brengen op een breed publiek en hij heeft sterke contacten opgebouwd in het bedrijfsleven. Hieruit zijn meerdere innovatieve onderzoeksconsortia voortgekomen, zoals het onderzoeksprogramma Learning from Nature to Protect Crops, waarin Nederlandse universiteiten samenwerkten met plantenverdelingsbedrijven aan het benutten van de natuurlijke weerbaarheid van planten tegen biotische en abiotische stress. Of het programma Back to the Roots, waarin kennisinstellingen samenwerkten met private partners om te zoeken naar micro-organismen die al voordat de landbouw grootschalige veredeling en bemesting ging toepassen een gunstige werking op gewassen hadden.

Als pionier in het onderzoek naar de ondergrondse wereld van plantenwortels in relatie tot de groei en weerbaarheid van planten, is Pieterse een van de meest geciteerde plantenbiologen ter wereld. Hij heeft een sterk internationaal en nationaal academisch netwerk. Als directeur van het Institute of Environmental Biology brengt hij plantenwetenschappers en microbiologen van de Universiteit Utrecht samen, maar hij oefent ook veel invloed uit op het veld als veelgevraagd spreker op internationale symposia. Hij zet zijn netwerk in om grote samenwerkingsprojecten op te zetten, zoals het prestigieuze Zwaartekrachtprogramma MiCRop waarin onderzoekers van verschillende instituten op zoek gaan naar de gunstige eigenschappen van micro-organismen rond landbouwgewassen, om die vervolgens in te kunnen zetten voor stressbestendige, duurzame gewassen van de toekomst.

De Spinozacommissie is te spreken over het sterke verhaal dat Pieterse vertelt met zijn onderzoek over het afweersysteem van planten. De referenten waren het er unaniem over eens dat zijn onderzoek ook in de toekomst zal bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw en meer voedselzekerheid voor de toenemende wereldbevolking. Hij is een plantenonderzoeker met hart voor mensen.

1964      op 11 februari geboren in Leimuiden

1988      studeert af in de plantenveredeling en moleculaire plantenbiologie aan Wageningen University & Research centre

1993      promoveert in de moleculaire plantenziektekunde aan de Wageningen University & Research centre

1993      stapt over naar de Universiteit Utrecht, waar hij een postdoc-positie bekleedt in de plantenziektekunde

1998      wordt buitengewoon hoogleraar in de moleculaire plantenziektekunde, Universiteit Utrecht

2004      staat als hoogleraar aan het hoofd van de groep Plant-Microbe Interacties, Universiteit Utrecht

2004      ontvangt Vici-financiering voor het onderzoek naar immuunreacties bij planten

2009      neemt de positie aan als wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Milieubiologie van de Bètafaculteit, Universiteit Utrecht

2010      toekenning ERC Advanced Investigator Grant

2012      door internationale collega’s gekozen als lid van de raad van bestuur van de International Society for Molecular Plant-Microbe Interactions

2012      wordt lid van internationale adviesraad van het European Centre for Excellence in Environmental Adaptation in Estland

2013      verkozen als lid van de KNAW, en wordt daar een jaar later secretaris van de sectie biologie

2014      uitgeroepen als Web-of-Science Highly Cited Researcher, waarmee hij een van de meest geciteerde plantenbiologen is ter wereld

2015      benoemd tot faculteitshoogleraar van de faculteit Bètawetenschappen aan Universiteit Utrecht

2015      treedt toe tot de wetenschappelijke adviesraad van het internationale Viikki Plant Science Centre in Finland

2016      is medeorganisator van het jaarlijkse Science4Life Congres van Universiteit Utrecht

2018      treedt toe tot de raad van bestuur van de Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre (NPEC), medegefinancierd door de Nationale Roadmap Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur

2019      is mede-aanvrager in het gehonoreerde project MiCRop in het Zwaartekracht-programma. Het project
gaat uitzoeken hoe planten onder stress nuttige micro-organismen aantrekken rond hun wortels.

2020      wordt voorzitter van het strategische onderzoeksthema Science for Life, Universiteit Utrecht