Paleoklimatoloog Willem van der Bilt: ‘Ik maak makkelijk extreme keuzes’

Voor de blonde rakker achterin de klas die zijn muil moest houden, lonkt in de toekomst misschien wel een hoogleraarschap. Paleoklimatoloog Willem van der Bilt (37 jaar) werkt aan de Universiteit van Bergen in Noorwegen en begeleidt daar zeven PhD’s, mede dankzij een private beurs van twee miljoen euro. Toch sluit hij niet uit dat hij de wetenschap op den duur weer verlaat. ‘Ik wil niet zo’n oude professor worden van wie iedereen zich afvraagt ‘wat ‘ie ook alweer deed.’

Tekst: Belinda van der Gaag, beeld: Willeke van Duijvekan. 

Op dit moment is hij redelijk bezeten door zijn vak. En dat moet ook wel. ‘Ik woon op een plek waar het vaak regent en spendeer de zomers meestal in Spitsbergen, waar het mogelijk nog slechter weer is’, vertelt de enthousiaste Van der Bilt tijdens een volgepland flitsbezoek aan Nederland. ‘Daar breng ik uren door met vissen naar modder, mét de kans te worden aangevallen door een beer. Ja, dan moet je behoorlijk gefascineerd zijn door de natuur en het vak.’

Modder uit Arctische meertjes

De gevolgen van klimaatverandering in het Arctisch gebied is waar Van der Bilt zich mee bezighoudt in zijn huidige onderzoek. ‘Er is zo veel dat we nog niet van weten van dit afgelegen gebied. Maar we weten wel dat het een grote invloed heeft op het globale klimaatsysteem. Dat vind ik intrigerend. Alle stukjes informatie daarover kunnen bijdragen aan een oplossing.’ Hij verzamelt zijn informatie uit sedimentkernen: modder op de bodem van Arctische meertjes. Laagje voor laagje kan het sediment vervolgens worden uitgelezen, bijvoorbeeld met steeds betere methoden uit de medische wetenschap (zie kader).

Janteloven

In de Noorse cultuur is al te veel zichtbaar zelfvertrouwen ongepast. Er bestaat zelfs een woord voor, janteloven: je moet je kop niet boven het maaiveld uitsteken. Toch durft Van der Bilt inmiddels wel hardop te zeggen dat hij succesvol is als wetenschapper. ‘Ik ben sowieso heel Nederlands en behoorlijk direct, dus ik val wel op hier.’ Vanuit Noorwegen kijkt Van der Bilt soms met verbazing naar de discussies van teleurgestelde onderzoekers die de Nederlandse wetenschap verlaten. ‘De slagingspercentages hier in Noorwegen zijn heel laag. Minder dan tien procent haalt een beurs binnen en afgelopen jaar is er flink bezuinigd. In Nederland valt het dan nog mee. Bovendien moet je realistisch zijn. Als je succesvol wilt zijn en blijven, kost dat gewoon veel tijd en doorzettingsvermogen. Durf te vallen, leer van ervaringen en sta weer op voor een volgende poging.’

Schoorvoetend

Je moet ook durven om scherpe keuzes te maken, voegt Van der Bilt toe. De kans om naar Noorwegen te gaan, kwam voor hem op een onfortuinlijk moment. Hij had net een NWObeurs binnengesleept voor een project over de samenhang tussen klimaatverandering en het ineenstorten van het West-Romeinse Rijk. Een creatieve en enigszins omstreden kijk op het onderwerp, waarbij Van der Bilt het klimatologische deel zou onderzoeken. Precies op dat moment kwam er een positie vrij in Bergen, op zijn geliefde polair klimaatonderzoek. Een duivels dilemma. Ook zijn vriendin, een oud-studiegenoot, had daar net een baan aangeboden gekregen. Zij is gespecialiseerd in miljarden jaren oude isotopen uit de aarde. Schoorvoetend meldde hij zich bij zijn begeleider: wat te doen? Die raadde hem aan zijn hart te volgen. Hij durfde het zijn mede-onderzoekers amper te vertellen. Zij waren niet zo blij.

Beren en wolven

De ene beurs laten lopen om een andere kans te aanvaarden: het is een keuze die weinigen gegeven is. En dat terwijl het niet eens zijn droombaan was, zo’n wetenschappelijke carrière. ‘Ik ben niet uit het juiste hout gesneden en ook niet slim genoeg, dacht ik. Van mijn studietijd herinner ik me vooral dat ik werd gezien als “een blonde rakker achterin de klas die zijn muil moest houden”.’ Dat hij ging studeren was op zich geen verrassing, als zoon van twee academisch opgeleide ouders. Al was het maar om dat kleine dorp Een in Noord- Drenthe waar weinig gebeurde, achter zich te laten. Dankzij zijn ouders ontwikkelde hij op jonge leeftijd een voorliefde voor desolate gebieden en geologie. ‘We trokken altijd de bergen in, bijvoorbeeld naar de Apennijnen om beren en wolven te bekijken. Of naar Noorwegen en de Alpen, waar je sporen van gletsjers kon vinden. Vanaf mijn tiende fascineerde me dat al, ik was een beetje een nerd.’ En dus werd het een studie aardwetenschappen in Utrecht. Het grotere plaatje trok hem. ‘Meer dan andere studies waar het soms zeveren op postzegelniveau is. Dat past totaal niet bij mij.’

Durf te vallen, leer van ervaringen en sta weer op voor een volgende poging

Willem van der Bilt

Naar het hoge noorden

In de grote stad was Van der Bilt vooral druk met ontdekken wie hij was. Het studentenleven, de gezelligheid, vrienden maken, dat was het doel. De studie was bijzaak. Misschien moet ik eens wat harder werken, dacht hij wel eens. Vakken als wiskunde en chemie vond hij vreselijk. Groot was dan ook de vreugde toen hij het eerstgenoemde met een 5,53 kon afsluiten. Het veldwerk en alle mogelijkheden spraken hem wél aan. Maar de passie en het enthousiasme voor het vak kwamen pas echt toen hij in 2007 op de valreep werd toegelaten voor een zomercursus op Spitsbergen over de klimaatgeschiedenis van het Arctisch gebied. Een vriendin had hem getipt, het leek haar wel iets voor de jonge Van der Bilt. Hij kwam op de reservelijst, want hij was geen goede student benadrukt hij opnieuw. Twee weken van tevoren viel er onverwacht iemand af en zonder aarzeling gooide hij zijn vakantieplannen om en vertrok naar het hoge noorden. Die cursus veranderde zijn leven.

Amper zindelijk

‘Ineens haalde ik als eerste deelnemer sinds jaren de topscore voor het essay dat ik op Spitsbergen schreef. Dat was een epifanie voor me: als je dus echt iets heel leuk vindt, dan kun je er ook goed in zijn.’ En precies dat gebeurde. Ook zijn masteronderzoek naar de gevoeligheid van kiezelwieren voor klimaatverandering deed hij daar, inclusief zelf georganiseerd veldwerk. Opnieuw sloot hij af met een goed cijfer. Het opende academische deuren voor hem, zoals deelname aan een wetenschappelijke conferentie in Amerika. Toch koos de toen 22 jarige Van der Bilt na zijn master eerst voor een baan buiten de wetenschap, bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Hij twijfelde over een promotietraject, een pad dat zijn vriendin wel insloeg, maar wilde eerst meer zien dan de academische wereld. Het leidde tot een leerzame tijd als jonkie tussen de dertigers en veertigers (‘ik was amper zindelijk’). Hij verbaast zich er nog steeds over: waarom werd hij als onervaren broekie aangenomen midden in de economische crisis? Maar zijn enthousiasme en de invalshoeken die hij meebracht, gaven de doorslag. Zijn werk bij het PBL leerde hem samen te werken over de verschillende vakgebieden heen en dat komt hem nog altijd goed van pas.

Interessante stam

Zijn vriendin deed hem na een paar jaar inzien dat hij toch ook die wetenschappelijke ontdekkingsreis wilde maken. ‘De vrijheid die zij had, de verdieping en dynamiek die de wetenschap haar bracht: die wereld leek me een “interessante stam” waar ik bij wilde horen. Ik ben uiteindelijk geen stereotype ambtenaar.’ En dus gokte hij het erop, ging weg bij de zekerheid van het Planbureau en zocht contact met zijn oude begeleider om gezamenlijk een onderzoeksvoorstel te schrijven. ‘Ik maak makkelijk extreme keuzes. Heb vaker nee gezegd tegen vaste posities. Ik vind dat je moet doen wat je het meest stimulerend lijkt. En dat was toen deze overstap.’

Klinkt makkelijk

Tijdens zijn promotieonderzoek in Bergen raakte hij steeds verder overtuigd van zijn kunnen. Al was het natuurlijk ook gewoon hard werken – en dat doet hij, al laat hij het makkelijk klinken. Het wetenschappelijke vuur was niet meer te doven. Na zijn promotie haalde hij eerst geld binnen voor een postdocpositie en vervolgens een felbegeerde onderzoeksbeurs van twee miljoen om zijn eigen Arctische onderzoeksgroep op te zetten. ‘Het is voor het eerst dat ik zo veel mensen begeleid. En ik moet natuurlijk ook papers schrijven. Verder heb ik nog genoeg ideeën voor vervolgonderzoek, zeker met alle mogelijkheden van de nieuwe technieken. We shall see’, blikt Van der Bilt voorzichtig vooruit. Voorlopig is de matige student van weleer niet ontevreden. De zomercursus op Spitsbergen die ooit zijn eigen leven veranderde, geeft hij tegenwoordig gedeeltelijk zelf.

Onzichtbare sporen

Verschillende methoden uit de medische wetenschap waaien over naar de aardwetenschappenm en leiden tot mogelijkheden die tot voor kort ondenkbaar waren. Voor Willem van der Bilt draagt deze ontwikkeling bij aan zijn passie voor het vakgebied. Biomarkers die ziekten of allergieën bij mensen kunnen opsporen, worden nu bijvoorbeeld ook gebruikt om veranderingen in temperatuur of neerslag in het verleden te reconstrueren. En een CT-scanner uit de gezondheidszorg wordt al ingezet om de onzichtbare sporen van georampen als stormen of overstromingen 3D in beeld te brengen. Van der Bilt gebruikt de medische scans om een veel nauwkeuriger beeld te vormen over de ontwikkeling van het arctische klimaat. Voor de toekomst heeft hij nog veel meer ideeën. Hij hoopt bijvoorbeeld met behulp van machine learning de scans in te zetten om automatisch diagnostische deeltjes zoals pollen te detecteren in sedimenten of de omvang van vulkaanerupties beter te voorspellen. De scans zouden zo een enorme hoeveelheid arbeid kunnen automatiseren, waardoor middelen voor ‘ouderwets handwerk’ anders kunnen worden besteed.

Willem van der Bilt in het kort
 

1985 Geboren in Een, Drenthe.
2003 – 2008 Studie aardwetenschappen, Universiteit Utrecht.
2009 – 2013 Beleidsmedewerker Planbureau voor de Leefomgeving.
2013 – 2016 PhD, Universiteit van Bergen.
2016-2021 Postdoctoraal onderzoeker, Universiteit van Bergen.
2021– heden Ontvangt een Starting Grant van 
de Trond Mohn foundation en wordt onderzoeksleider, Universiteit van Bergen.

Willem van der Bilt (credits: Willeke Duijvekam)