NWO-Stevinpremie

De NWO-Stevinpremie heeft tot doel om kennisbenutting te stimuleren en te waarderen. De premie is een eerbewijs en een eenmalige en unieke prijs. De premie wordt uitgereikt aan een onderzoeker die een bijzondere prestatie heeft behaald op het gebied van kennisbenutting voor de samenleving. Onder kennisbenutting verstaat NWO de toepassing van kennis door productieve interacties met een belanghebbende doelgroep om maatschappelijke – waaronder economische waarde te creëren.

De kennisbenutting moet aantoonbaar hebben geleid tot innovatieve toepassingen, ideeën en netwerken in de praktijk (zoals producten, instrumenten, gereedschappen, werkwijzen en processen, trainingen, capacity building e.d.), waarbij de onderzoeker zelf een doorslaggevende rol heeft gespeeld. De laureaten worden hiermee beloond voor een uitzonderlijke prestatie met betrekking tot de benutting van wetenschappelijk onderzoek en aangemoedigd door te gaan op de ingeslagen weg.

De laureaten krijgen elk een bedrag van 1,5 mln euro voor onderzoek en/of activiteiten met betrekking tot kennisbenutting.

De NWO-Stevinpremie wordt sinds 2018 jaarlijks uitgereikt aan maximaal twee onderzoekers, één werkzaam in de sociale en geesteswetenschappen en één vanuit de natuur-, levens en technische wetenschappen. Kandidaten kunnen alleen op persoonlijke titel worden voorgedragen door rectores magnifici en voorzitters die NWO daartoe uitnodigt. Dat zijn de rectores magnifici en voorzitters van:

• de universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden
• domein Geesteswetenschappen via de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
• domein Gedrags‐, Maatschappij‐ en Rechtswetenschappen via de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
• domein Natuur‐ en Technische Wetenschappen via de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
• domein Medische, Medisch‐Biologische en Gezondheidswetenschappen via de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
• de Jonge Akademie via de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
• het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH)
• de Netherlands Academy of Engineering (NAE)
• de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
• de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW)
• de TO2‐federatie (samenwerkende Toegepast Onderzoek Organisaties)
• VNO‐NCW

De rectores magnifici en voorzitters mogen voor de Stevinpremie en de Spinozapremie bij elkaar opgeteld elk maximaal drie kandidaten voordragen waarvan maximaal twee per premie. Onderzoekers kunnen een premie niet zelf aanvragen.

De kandidaten:

• hebben een vast dienstverband bij een Nederlandse onderzoekinstelling;
• zijn in staat om de Stevinpremie voor hun pensioengerechtigde leeftijd te besteden;
• mogen niet eerder een Stevin- of een Spinozapremie ontvangen hebben.

De kwaliteit van de kandidaten wordt beoordeeld in relatie tot wat binnen het betreffende vakgebied als hoogwaardig wordt gezien. De beoordeling en selectie van kandidaten vindt plaats op basis van prestaties uit het verleden, aan de hand van de volgende kwaliteitscriteria:

• (Inter)nationaal erkende wetenschappelijke kwaliteit en impact (20%)
• Leiderschap en aantrekkingskracht op beginnende onderzoekers (20%)
• Kennisbenutting en impact (inclusief outreach activiteiten) (60%)

Deadline voordrachten: 31 oktober 2024

Met ingang van 2023 installeert NWO één commissie voor zowel de Spinoza- als de Stevinpremie. De commissie voor de ronde 2024 was als volgt samengesteld:

Ronde 2024

• Prof. Pauline Meurs, (technisch) voorzitter
• Prof. Jean Pieters, University of Basel (CH)
• Prof. Val Zwiller, KTH Royal Institute of Technology (SE)
• Prof. Peter Frankopan, Oxford University (GB)
• Prof. Regina Mulder, Universität Regensburg (DE)
• Prof. Jan Nederveen Pieterse, University of California – Santa Barbara (US)
• Prof. Hans Kerp, Universität Münster (DE)
• Prof. Stefan Heinrich, Technische Universität Hamburg (DE)
• Josse Kunst, dir. Kiduara (NL)
• Prof. Marja Makarow, University of Helsinki (FI)
• Prof. Ellen Decaestecker, KU Leuven (BE)
• Prof. Ianthi Maria Tsimpli, University of Cambridge (UK)
• Prof. Marta Kwiatkowska, University of Oxford (UK)
• Prof. Georges Gielen, KU Leuven (BE)
• Prof. Carol Brayne, University of Cambridge (UK)
• Garance Reus, dir. Plan International (NL)
• Prof. Meg Urry, Yale University (US)