Prof. dr. E.W. (Bert) Meijer

Prof. dr. E.W. (Bert) Meijer, Organische Chemie, Technische Universiteit Eindhoven is de grondlegger van de macro-organische chemie.

Meijer, Bert - 2001.jpg
Prof. dr. E.W. (Bert) Meijer Organische Chemie, Technische Universiteit Eindhoven, Spinozalaureaat 2001 (credits: NWO/Ivar Pel)

Bert Meijer (1955) is hoogleraar Macromoleculaire en Organische Chemie aan de Faculteit Scheikundige Technologie van de Technische Universiteit Eindhoven.

Na zijn promotie aan de Universiteit van Groningen in 1982, was Bert Meijer 7 jaar werkzaam bij Philips in Eindhoven, daarna ruim 3 jaar bij DSM en vanaf 1992 was hij hoogleraar aan de TU Eindhoven. Drie topfuncties in nog geen 20 jaar, dat is voor een wetenschapper zeer uitzonderlijk!

Meijer promoveerde cum laude bij prof. Hans Wijnberg, dat is ook uitzonderlijk, want prof. Wijnberg was erg zuinig met dit predicaat. Tijdens zijn promotieonderzoek maakte hij licht met moleculen, net zoals vuurvliegjes dat kunnen, echter hij gebruikte gesynthetiseerde moleculen. Zoiets kan alleen, als je inzicht hebt in de functies van moleculen. Een centraal thema in Mejers proefschrift is chiraliteit, de verschillen in eigenschappen van moleculen die elkaars spiegelbeeld zijn. In zijn latere onderzoek spelen functie en chiraliteit van moleculen steeds een voorname rol, maar dan wel steeds in een andere moleculaire setting. De titel van zijn lezing tijdens het Van ’t Hoff-Symposium op 1 oktober a.s., die luidt: Cooperativity in supramolecular architectures; chirality as a muse getuigt hier van. Tijdens dit symposium staan we stil bij het feit, dat Van 't Hoff 100 jaar geleden de eerste Nobelprijs voor chemie kreeg. Van 't Hoff heeft de moleculaire grondslag voor chiraliteit gelegd. Bert Meijer is dan een van de vier internationale sprekers, immers hij is thans één van de meest toonaangevende organisch chemici op dit gebied.

Meijer is de grondlegger van de macro-organische chemie, dit is het gebied tussen de 'gewone' organische chemie van kleine moleculen en de macromoleculaire chemie (polymeerchemie), waarbij relatief grote moleculaire structuren centraal staan met een polyfunctioneel karakter, d.w.z. grote moleculen met veel functionele groepen en een bijzondere molecuularchitectuur. Deze macro-organische verbindingen worden gekenmerkt door hun 'designed properties'. Meijers grote kracht ligt in zijn vermogen om niet alleen vele nieuwe supramoleculaire polymeren te synthetiseren, dit is door anderen ook gedaan, maar vooral om deze grote moleculen vooraf gedefinieerde eigenschappen te geven en om deze complexe structuren met een groot aantal methodes in detail te analyseren. Vooral deze zeer belangrijke analyse, waardoor duidelijk wordt wat uiteindelijk is gesynthetiseerd en of de eigenschappen zijn zoals die in het ontwerp waren bedoeld, wordt op deze complete manier nergens anders gedaan. Het eerste deel van Meijers Van 't Hoff-voordracht getuigt van deze activiteit, zoals te lezen in de samenvatting: moleculaire elektronica, nanotechnologie, modulaire chemie, biomaterialen, zijn de trefwoorden, waarbij u een fraaie symbiose tot stand brengt tussen de covalente synthese en zelfassemblage via zogenaamde waterstofbruggen.

Bert Meijer heeft reeds een opmerkelijk groot aantal uitstekende publicaties, ca 250, vele daarvan in toptijdschriften, zoals Angewandte Chemie en J. Amer. Chem. Soc., en enkele in Science (4x) en Nature (3x). In zijn industriële periode kreeg hij ca. 10 octrooien op zijn naam. Hij is een zeer vaak uitgenodigd spreker op internationale congressen, op organisch chemische congressen om de charmes van de macro-organische verbindingen naar voren te brengen, en op polymeerconferenties om uiteen te zetten hoe 'property design' voor moleculaire materialen in zijn werk gaat. Interdisciplinair onderzoek verrichten, is voor hem een vanzelfsprekendheid. Hij ontving al eerder erkenning voor zijn uitstekende onderzoek, zo werd hij de gouden KNCV-medaille toegekend in 1993, ontving hij de Arthur K. Doolittle Award van de American Chemical Society in 1995 en de Silver Medal van de Macrogroup UK in 2000.

Op het gebied van de dendrimeerchemie heeft Meijer samen met mw. dr. E. den Brabander een nieuwe synthese van dendrimeren ontwikkelt op basis van acrylonitril, waarmee deze 'boomtop'-achtige structuren op multigramschaal toegankelijk werden. Zeer veel aandacht trok de vinding van het dendrimeerdoosje. Weliswaar zijn dendrimeren al zo'n 20 jaar bekend, en begon hij veel later met deze moleculaire boomtoppen, maar nu wordt hij gezien als 'leading in the field'. De Meijer-dendrimeren worden op ca. 150 labs gemaakt en gebruikt. Het onderzoek heeft een hoog 'design' element. Ook chiraliteit wordt op een originele manier ingebracht.

Het spectaculaire concept van de 'quadruple hydrogen bonding' voor de vorming van polymeren werd onder Bert Meijers leiding ontwikkeld. Nieuwe typen polymeren op basis van pyrrool en thiofeen met speciale optische of elektrische eigenschappen komen uit zijn koker. Supramoleculaire polymere structuren, waarbij niet-covalente bindingen centraal staan, trokken recent sterk de aandacht. Tijdens het 'European Symposium on Organic Chemistry' in Groningen heeft hij op een uiterst boeiende en inspirerende wijze verteld hoe supramoleculaire architecturen met 'designed properties' kunnen worden opgebouwd, door o.a. gebruik te maken van bindingen die ook in DNA een rol spelen, populair gezegd door gebruik te maken van moleculaire klittenband-interacties.

Zijn conceptuele en creatieve aanpak van moleculair onderzoek geniet internationaal zeer veel erkenning. Voorbeelden zijn het intelligent benutten van chiraliteit, van 'molecular self assembly' en conjugatie in oligomeren. De concurrentie in dit type onderzoek is zeer groot en daardoor komen sommige ideeën wel eens dicht bij die uit de 'current literature', toch kan hij zich internationaal in dit gebied uitstekend handhaven en weet hij menig primeur op zijn naam te zetten. Het onderzoek heeft een interdisciplinair karakter omdat het altijd een mix is van 'gewone' organische chemie, polymeerchemie en het introduceren van te voren gedefinieerde eigenschappen die zowel fysisch (bijv. elektronisch of optisch), chemisch (bijv. katalytisch) of biologisch van aard kunnen zijn.

Meijer verstaat de kunst om een uitstekend team van onderzoekers om u heen te verzamelen, dat was zo bij Philips, bij DSM en nu ook bij de TUE. Hij is didactisch zeer goed onderlegd en kan daarom uw chemie uitstekend voor het voetlicht brengen. Hij is ook actief in het toegankelijk maken van chemisch onderzoek voor een breder publiek, voor de radio en voor middelbare scholieren. Het is immers zeer belangrijk dat 'de maatschappij' en vooral jonge mensen worden geïnformeerd over de grote uitdagingen van de chemie.

De Spinozapremie zal Meijer in staat stellen om vele nieuwe plannen voor onderzoek te realiseren. De verwachting is gewettigd, dat hij zich toenemend zal toeleggen op 'mastering of molecular properties' en op 'mastering of molecular architecture' met de introductie van nieuwe conceptuele benaderingen, zoals 'self assembly' polymeren, moleculaire elektrische schakelingen, nieuwe polymeren op basis van peptiden, nieuwe katalysatorconcepten. De bio-link zal, naar verwachting, flink versterkt worden. Immers de natuur is een uitstekend voorbeeld van moleculaire complexiteit. Omdat Bert Meijer een uitstekend inzicht heeft in de potentie van de organische synthese, zullen vele van zijn plannen ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.