Wat doet activisme met de betrouwbaarheid van de wetenschap?

Niks ivoren toren: wetenschappers zijn ook te vinden bij protesten, en wel in toga. Ze kunnen rekenen op applaus, maar ook op kritiek. Want wat doen wetenschappers-met-een-mening met het beeld van de neutrale, betrouwbare wetenschap?

Hoogleraar internationale geschiedenis Liesbeth van der Grift loopt eind 2023 samen met andere hoogleraren op de A12. Met Extinction Rebellion voeren zij actie voor het klimaat. ‘Toen wij in toga de snelweg op liepen, klonk aanhoudend applaus. Mensen waren dankbaar dat wij zo zichtbaar vertegenwoordigers van de wetenschap waren’, vertelt ze erover. Toch is niet iedereen enthousiast. Andere wetenschappers, die onder de naam Scientist Rebellion demonstreren, kunnen juist op kritiek rekenen. Het roept vragen op over de rol van de wetenschapper: houdt die op bij het delen van kennis of mag die zich uitspreken over de consequenties ervan – tot het activistische aan toe? Waar ligt de grens, en zijn daar richtlijnen voor nodig?

Wetenschap beïnvloedt beleid

Het zijn geen nieuwe vragen, vertelt universiteitshistoricus Pieter Slaman. ‘Wetenschappers roeren zich niet per se vaker in het maatschappelijke debat dan vroeger. In de tijd van de Grieken speelde dit al. Oppenheimer deed het, en nu is het niet anders. Wetenschappelijk werk raakt nu eenmaal de maatschappij. Vaak is dat maar goed ook. De samenleving zou er heel anders uitzien als onderzoekers het verband tussen roken en longkanker niet hadden vastgesteld en zich sindsdien actief daarover hadden uitgesproken.’ Als wetenschapper heb je nu eenmaal een signaalfunctie, vinden voorstanders in het debat over activistische wetenschap. Je bent de eerste die de onderzoeksresultaten kent en misschien ook wel de enige die ze kan interpreteren. Nee, vinden tegenstanders juist. Je moet je als wetenschapper overal buiten houden. Je mag wel een mening hebben, maar dan als burger. Laat je labjas of toga vooral thuis, anders breng je de neutraliteit en geloofwaardigheid van de wetenschap in gevaar.

Feiten zijn altijd het eindproduct van allerlei bewerkingen

De waarheid bestaat niet

Volgens Slaman heb je mensen nodig die in toga of labjas de straat op gaan. Maar je hebt ook een harde kern wetenschappers nodig die zich afzijdig houdt, juist om het proces te controleren en de neutraliteit van het onderzoek te waarborgen. Al moeten we er volgens hem wel voor waken om te doen alsof ‘de waarheid’ überhaupt bestaat. ‘Wetenschap doet een poging om waarheid te vinden, maar het is geen vaststaande kennis die op ons neerdaalt. Het is een procedure met vaststaande stappen. Als je eerst een standpunt hebt en dat daarna pas met wetenschap wil bewijzen, gooi je die procedure overhoop. Dan ben je niet meer bezig met waarheidsvinding, maar met het bij elkaar shoppen van feiten.’

Neutraal onderzoek bestaat niet, betoogt ook hoogleraar wetenschapsonderzoek Trudy Dehue. Het onderwerp dat je kiest om te onderzoeken, geeft in zichzelf al richting. Maar ook binnen een onderzoek worden er keuzes gemaakt die de uitkomst ervan beïnvloeden. ‘Neem de Hersenstichting, die claimt dat “een kwart van de bevolking een hersenziekte heeft”. Daarachter gaan waardegeladen definities schuil. Want wat tel je als een hersenziekte? Feiten zijn altijd het eindproduct van allerlei bewerkingen. Dat is waarom ik ze “samengebalde argumenten” noem. Daar is niets mis mee, maar we moeten die argumenten er wel bij krijgen, anders gaat het om verhuld activisme. Dat is pas echt onwenselijk.’

Open en transparant

Volgens Dehue mogen wetenschappers wel activistisch zijn, als ze maar open en transparant zijn. ‘Tijdens de covidpandemie was er ook openheid van wetenschappelijke experts over moeilijkheden bij het bepalen van de aantallen besmette mensen. Ze maakten duidelijk dat er met de getallen beslissingen zijn gemoeid over wie als een covidpatiënt telt. Openheid over dat soort besluiten is het centrale kenmerk van betrouwbare wetenschap. Als die wetenschap zich dan sterk maakt voor mondkapjesbeleid of vaccinatie, is dat een uiting van gezonde maatschappelijke betrokkenheid.’

Wetenschappers roeren zich niet per se vaker in het maatschappelijke debat dan vroeger

Schoenmaker, blijf bij je leest

Volgens Slaman is het belangrijk dat wetenschappers zich alleen uitspreken over een thema waar binnen het vakgebied ook echt consensus over is. En ze zouden echt expert moeten zijn op het onderwerp: ‘Als een rechtsfilosoof beweert dat er chips in coronavaccins zitten, zijn we de betrouwbaarheid van de wetenschap in haar geheel aan het beschadigen. Misschien overtreed je er formeel gezien geen wetten mee, maar je gaat een informele grens over.’

Zowel Slaman als Dehue roepen op om onderling scherp te blijven: geen kwesties als feiten presenteren zonder aan te geven uit welke ingrediënten die feiten bestaan. Dehue: ‘Het is prima om voor of tegen specifieke maatregelen te pleiten, als je het maar met volkomen open vizier doet. Zoals bij de stikstofbepalingen. Boeren protesteerden met argumenten en onderzoekers mengden zich in de discussie door de argumenten met onderbouwing over te nemen of te weerleggen. Die onderzoekers kun je dan milieuactivisten noemen, maar daar vind ik dan niets mis mee. Integendeel. In deze tijden van polarisatie is het juist goed dat wetenschappers uit hun ivoren torens komen.’

Tekst: Bianca Looman