Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Op verschillende plekken op de UvA-campussen vonden de afgelopen tijd demonstraties en protesten plaats. Dit leidt tot veel vragen. Op deze pagina vind je antwoorden op de meestgestelde vragen. Deze pagina wordt regelmatig bijgewerkt.
Op de campus
Demonstraties
  • Mag er gedemonstreerd worden bij de UvA en wat doet de UvA als er een protest ontstaat?

    De inzet van de UvA is altijd een vreedzaam verloop van het protest. We proberen dan ook in gesprek te blijven met onze demonstrerende studenten en medewerkers. Maar er gelden ook huisregels. Geen gezichtsbedekking, geen overnachtingen. Een sfeer van intimidatie en vernielingen willen we ook niet op de campus. Als dat niet lukt of als die huisregels worden overtreden, vragen wij demonstranten weg te gaan. Bij verstoringen, dreiging, veiligheidsrisico's of signalen daarvan wordt de politie geïnformeerd. Dit is dan alleen een mededeling tussen organisaties. Bij informeren gebeurt er in principe niets. De politie komt soms langs om de situatie voor zichzelf te beoordelen.

  • Wat is de rol van de politie bij demonstraties?

    De politie zegt daar het volgende over op haar eigen website: 'De politie begeleidt in opdracht van de burgemeester demonstraties om de veiligheid voor demonstranten en de omgeving te bewaken. Het optreden is erop gericht te de-escaleren.' En: 'De politie treedt op wanneer er strafbare feiten worden gepleegd, gemaakte afspraken niet worden nagekomen of de gezondheid van demonstranten of omstanders in het gedrang komt.'

    Lees meer hierover op de website van de politie. 

  • Wanneer doet de UvA aangifte en wordt de politie ingeschakeld?
    • Als demonstranten zich niet aan de regels houden, worden ze in eerste instantie door de UvA en zo nodig daarna door de politiegewaarschuwd. Daarbij vraagt een vertegenwoordiging van de universiteit demonstranten weg te gaan. Aangifte wordt gedaan als er strafbare feiten worden gepleegd door demonstranten zoals vernieling of inbraak. 
    • De UvA doet ook aangifte als de veiligheid van mensen in het geding is (bijvoorbeeld als er gebieden of nooduitgangen geblokkeerd zijn) en als mensen na sluitingstijd de UvA-panden niet willen verlaten. 
    • De hulp van de politie wordt ingeschakeld als onze eigen beveiliging niet toereikend is, of als er dingen gebeuren waarvoor onze beveiliging niet bevoegd is. 
    • De politie waarschuwt de demonstranten en draagt ze op, uit naam van de burgemeester, om weg te gaan. Doen ze dat niet dan kan de burgemeester de demonstratie verbieden. 
    • Het Openbaar Ministerie of de burgemeester beslist uiteindelijk over hoe en of de politie moet handelen. Het is niet aan de UvA om te bepalen hoe de politie optreedt.
    • In het uiterste geval mag de politie geweld gebruiken, dit is aan strenge voorwaarden verbonden en wordt altijd achteraf getoetst. 

    Lees meer over de inzet van politie bij demonstraties op de website van de politie. 

  • Is er veel schade aangericht en gaat de UvA dit verhalen op de actievoerders?

    Tijdens de protesten de afgelopen periode is aanzienlijke schade aangericht. Het schadebedrag van de protesten op 7 en 8 mei bij de Oudemanhuispoort en het Binnengasthuisterrein wordt op dit moment geschat op anderhalf miljoen euro. De schade door de latere vernielingen op de Roetserseilandscampus en andere protestacties komt daar nog bovenop. Schade die is ontstaan aan gemeente-eigendommen, en bij bedrijven of particulieren is nog niet in deze schatting meegenomen. 

    Waar mogelijk probeert de UvA de schade op de veroorzakers te verhalen. Dat is helaas niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld omdat niet altijd duidelijk is wie de vernieling heeft aangericht. In dat geval is de UvA voor een deel van de schade verzekerd.

  • Wat waren de eisen van de actievoerders en hoe heeft de UvA op deze eisen gereageerd?

    De vertegenwoordigers van de actievoerders kwamen in de week van 6 mei met drie eisen:  

    • Volledige openbaarheid van alle lijnen die er lopen met Israëlische instellingen en bedrijven. 
    • Het stoppen van alle academische samenwerking met Israëlische instellingen die deelnemen aan genocide, apartheid en koloniaal geweld. 
    • Het beëindigen van alle contracten met bedrijven die profiteren van genocide, apartheid en uitbuiting van het Palestijnse volk. 

    De UvA heeft een overzicht van alle samenwerkingen waarin Israëlische wetenschapsgroepen participeren (en dus géén lijst met namen van individuele wetenschappers) gepubliceerd, om daarmee te voldoen aan een van de eisen van de demonstranten. Het gaat om informatie die al openbaar was. 

    Om met elkaar in gesprek te blijven over dilemma's rond de oorlog, zal de UvA een dialool organiseren over het kader voor samenwerking met derden. Die dialoogsessie is vergelijkbaar met de eerdere dialoogsessies rondom de samenwerking met de fossiele sector. 

    Lees meer over samenwerking met derden

    Wat betekent de eis van studenten om 'te desinvesteren uit Israël'. Wat bedoelen ze hiermee?

    Een van de eisen die studenten wereldwijd aan hun universiteiten stellen, is ‘that universities divest from Israel.’ Divestment of desinvestering is het terugdraaien, ofwel afstoten, van een investering. Studenten roepen universiteiten dus op om middelen terug te trekken die zij hebben geïnvesteerd in organisaties en bedrijven die verbonden zijn met Israël. 

    Wat betekent dit in de praktijk voor de UvA?

    Niets. In de Amerikaanse context is de oproep concreet. Daar willen studenten dat universiteiten en hun endowment funds daadwerkelijk desinvesteren. Aangezien de UvA geen investeringen heeft in Israël, kan de UvA niet ‘desinvesteren’.

    Heeft de UvA een direct financieel voordeel van samenwerking met organisaties en bedrijven die aan de UvA verbonden zijn?

    Nee. De UvA kent geen voorbeelden van samenwerking met organisaties en bedrijven die aan Israël verbonden zijn waaruit de UvA direct financieel voordeel behaalt.

    Wat is het grote verschil met Amerikaanse universiteiten waar de eis om te desinvesteren als eerste klonk?  

    Het grootste verschil tussen Nederlandse en Amerikaanse universiteiten is de wijze van bekostiging. Nederlandse universiteiten worden grotendeels publiek gefinancierd, terwijl Amerikaanse universiteiten grotendeels privaat worden gefinancierd. De private financiering van Amerikaanse universiteiten komt niet alleen uit zeer hoge collegegelden, maar ook uit schenkingen van rijke particulieren. Vrijwel elke Amerikaanse universiteit heeft een ‘endowment fund’ dat over enorme bedragen uit schenkingen beschikt.

    Bijvoorbeeld het endowment fund van Columbia University beschikt over $ 13,6 miljard. De oproep van studenten in de VS om te desinvesteren uit bedrijven die aan Israël zijn verbonden is in feite niet gericht aan de universiteiten (die zelf geen beleggingen hebben), maar aan deze endowments funds. De Nederlandse universiteiten doen (via stichtingen) weliswaar ook aan fondsenwerving maar dit is qua schaalomvang totaal niet te vergelijken met de Amerikaanse endowment funds. Het Amsterdams Universiteitsfonds is zo’n stichting; klein in omvang en zonder financiële beleggingen in Israël.

     

  • Welke banden heeft de UvA met Israël en gaat de UvA ze verbreken?

    We zijn zeer terughoudend met het beperken van institutionele en individuele samenwerkingen. We zien in de samenwerking met individuele Israëlische medewerkers, mits de aard van de samenwerking in lijn ligt met onze academische missie, een kans om ook in tijden van oorlog en conflict een open lijn te houden, zogeheten science diplomacy. Het verbreken of opschorten van alle banden betekent ook het verbreken van relaties met onderzoekers die juist vaak de kritische stem in Israël vertegenwoordigen. 

    De afgelopen periode hebben we  een interne dialoog gehouden over het ethisch kader en samenwerking met externe partijen (in het bijzonder gericht op landen in oorlogssituaties). Dit hebben we in drie stappen gedaan: aanscherpen, toetsen, besluiten. Deze aanpak is vergelijkbaar met de eerdere dialoogsessies die we georganiseerd hebben rondom de samenwerking met de fossiele energiesector. Daar zijn de volgende plannen uitgekomen:

    • Een brede en inclusieve ad hoc werkgroep werkt aan een advies over aanvullingen op het huidige toetsingskader. Experts op het gebied van (internationale) samenwerking, onder andere uit de Adviescommissie samenwerking met derden, nemen deel. 
    • In elke faculteit hebben in juni rondetafelgesprekken plaatsgevonden met medewerkers en studenten; op 24 juni was er een breed toegankelijke online townhall meeting.
    • Via het online platform ‘Denk mee’ vraagt de werkgroep tussen 1 en 5 juli inbreng van de hele academische gemeenschap; later, in de aanloop naar het opstellen van het definitieve advies, zal dat nogmaals gebeuren.
    • De werkgroep verwerkt alle input die is binnengekomen en stelt een eerste advies op dat op 9 juli door het College van Bestuur wordt besproken. Hoe snel daarna op een zorgvuldige manier een definitief advies kan worden uitgebracht, zal de werkgroep de komende tijd bepalen.
  • Waarom neemt de UvA geen stelling in het conflict?

    We delen de woede en verbijstering die leeft over de oorlog. De UvA is echter geen politieke organisatie. Onze universiteit moet een thuis bieden voor debat en kritiek, met aandacht voor ieders inbreng, achtergrond en overtuiging, en met oog voor onze academische waarden.  Die functie kunnen wij niet goed vervullen als we als organisatie zelf een uitdrukkelijk standpunt innemen. 

  • Waarom heeft de UvA de banden met Rusland wél verbroken?

    In maart 2022 heeft de UvA samen met andere de universiteiten, hogescholen, de KNAW, het NWO en de umc’s besloten om de formele en institutionele samenwerkingen met onderwijs- en kennisinstellingen in de Russische Federatie en in Belarus tot nader order te bevriezen. Dat besluit volgde op een dringende oproep daartoe van de minister van OCW in lijn met het uitgebreide sanctiepakket dat de Europese Unie afgekondigde. Inmiddels zijn specifieke vormen van samenwerking formeel verboden. 

    Omdat veel samenwerkingen in onderwijs en onderzoek gebaseerd zijn op peer-to-peer relaties en veel Russische en Belarussische onderzoekers met gevaar voor eigen leven de invasie in Oekraïne publiekelijk bekritiseerd hebben, gaven de instellingen hun medewerkers de ruimte om de bestaande persoonlijke contacten met deze onderzoekers voort te zetten – waar dat passend was.  In de verklaring van Universiteiten van Nederland lees je meer over dit besluit.

    De situatie nu is anders dan in 2022, toen de EU-sancties aan het gezamenlijke besluit van alle universiteiten voorafgingen. Het verbreken of opschorten van alle banden in Israël betekent ook het verbreken van de open lijn met onderzoekers die juist vaak de kritische stem in het land vertegenwoordigen. De UvA hecht belang aan dit soort science diplomacy – ook in tijden van oorlog en conflict – mits de aard van de samenwerking in lijn ligt met onze academische missie.

    Lees hier meer over de samenwerking van de UvA met Israëlische wetenschapsgroepen.

  • Wat doet de UvA voor studenten en medewerkers uit de Palestijnse gebieden en Israël?

    De UvA heeft een fonds ingericht om op verschillende manieren hulp te bieden. UvA-studenten uit de Palestijnse gebieden of Israël die vanwege de oorlog in geldnood zijn gekomen, bieden we financiële hulp. Daarnaast willen we studenten en wetenschappers uit Gaza de mogelijkheid geven om aan de UvA te komen studeren en werken.

    Lees meer over het fonds.  

Meer informatie

Actuele informatie en de laatste updates over de demonstraties vind je op uva.nl/demonstraties